Donderdach 26 Julii 1584.
B. ende R. sehen voer guet an, dat dese supplianten om verhaelden rheden van de servicen sullen deser tijdt gevrijet zijn; des wort Cornelis van Dueveren als medecommissarys geordineert, dat he sodane serviiss uuthlegen ende betalen sall van de halve jaertaxt, so rhe tot alsulcken nootdrufft uuthgescreven is. Actum den 26.
Up te suplicatie van Fynserwolde, bij den vijandt mortdadich verbrandt.
Reyner Touwslager affgeslagen, zijn touwen upt Schutendeep te moegen vercopen. Wil he oeck borger wesen, moet he oeck fuyr ende roock in der stadt holden.
Ordineren B. ende R., dat de kerckfoegeden, binnen dese supplicatie benoempt, sullen tsamen dat verlatene olderlose kindt elck na advenant doen besorgen ende onderholden na behoeren. Actum den 27 Julii.
Vant tkyndt to Wynschote verlaten.