Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach 26 Octobris 1584.

De heeren B. ende R. hebben accordeert, dat dese ondergescreven 468 emder g. ende 4 gron. st. sullen van der stadt wegen verricht ende betaelt worden, als men des erst vermach; ende dat an betalinge van sodane landen, als tot der armhuyssitten proffijt onlangks bij der kertzen uuthganck gekofft. Nota, dat 51 grase van Rypperda landen tho Tijum verkofft, tgras voer 20 emder g. den 9 Octobris 1584^a).

a) In margine staat: supra 16 Februarii 1584.