Dinxdach 6 Novembris 1584,
Den drosten van Covorden sijn ondersate uuther Drenthe, so he alhiir mit consent des borgermesters apprehenderen laten, verloeft vanhiir te verfuerende, onder beloefte van in gelijcken casu vice versa ons in der landtscap van Drenthe oeck van den drosten vergunt ende togelaten worden sall; dit den landtscrijver expreslick angesecht, de tselve oeck also geaccepteert ende van sdrosten wegen ontheten heft.