Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Donderdach 28 Februarii 1585.

An den heer veldtoeversten angeholden, omdat twe maendt leninge an den soldaten ende geen betalinge van schulden van de 60000 pistoletten gescheen soll. Guedt ontheet²⁾.

Juffer Roleff Lewe geerdet.

2) Stad aan de syndicus aan het Hof d.d. 14 maart 1585 (Miss. prot. Alting II blz. 417-418), nader bericht over de gelukkige aankomst van het geld, ‘woewall wij tmeste daervan neet zijn genietende, dan beaerbeyden mede up onsen onkosten voer anderen, alse Stenwijck, Sutphen, Oldenzell, Groll ende diergelijcke besettingen, soedat wij voer den soldaten alhiir mer voer ses weken leheninge bekomen ende upten Ghoeden stillen Vrijdach weder in de beswaringe van nije leheninge moeten treden, niettegenstaende dat dijcken ende dammen alhiir to broecken, de lege landen mittet soltwater bedeckt als in onsen jonghsten scrijvent vermeldet.’ Bericht wordt tevens de ontvangst van de brieven van de syndicus van 20 en 27 febr. met de duplicata aan Stad en Lande, waarvan de principaal was geïntercipieerd.