Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach 17 Maii 1585.

Mense Tyabbens mandaet van Menne Abels te laten meyer blijven, oft sal moeten de scattinge vant landt mede betalen. Lutke Swaech eylant west³⁾.

Swoerne Meente. Van de suspecten te verwijsen ende neet tadmitterende; van costelheit; van buten Ebbinge- ende Bottringepoerten bargen ende wegen te slichten; durch de vendels tijdtlix 1/4 van de één vendel⁴⁾.

Frytz van Norden sal sich mit zijn pasport alsobaldt uuther porten versehen, sampt der stadtsgebiede.

Aysso Phebkens ende Aylco Wijnkens commissarien tot de halve mane voer Oterdum verordnet. Omtrent 300 roden - 9 Groeninger elle is een roode van 21 holtvoet - onder 9 elle, boven 3 elle, de hoeghte oeck 3 elle ende 7 voet; tot iider roode 4 mans, de man sdages 10 br. st.

3) In het Oldambt. Het land waar kwestie over was, was blijkbaar dit voormalige eiland.

4) Uit een brief van de stad aan de syndicus van 23 mei (Miss. prot. Alting II blz. 427 e.v.) blijkt, dat men aan het hof de stad niet recht vertrouwde. Zie ook Eppens II blz. 76.