Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Wondsdach 19 Junii 1585.Den 19 Junii 1585 hefft der heer Arndt, grave tho Benthem, Teecklenburg ende Stenfurtt, heer tho Rheda ende Wevelingkhaven etc., der stadt Groeningen laten ewelick ende arfflick affloessen, vrij ende quijdt kopen alsodane egendoem ende gerechtichheyt, als zijn Gen. ende desselffs voervader over etzlycke hondert jaeren up ende over enige huyser ende grunden binnen deser stadt gehadt, genandt grunssingen, jaerlix ende alle jaer up dage Gereonis et Victoris in St. Mertens clocktoern arte elevationem an handen zijn Gen. affgesanten diener oder rentemester tbetalende, des dan alles neet boven 1 ½ arens gl. oft 15 gr. st. hefft moegen uuthbrengen, sunder allene dat de sumigen vermidts dubbeleren van uhre tot stunde, de behusingen ende grunden binnen een etmael tijdts geheel solden den heeren vervallen ende verboert zijn, woe wal men daeraff besheer geen segel ende brieff, dan allene seecker pretense gebrueck hefft koenen voerbrengen. Daermit oeverst kumpstichlick vrede naberlick gestifft, twijdracht ende onlust vermijdet, hebben zijn Gen. eens ende de stadt Groeningen anderdeels sich desen angaende verglijcket, vermidts ener gerheden summe geldts van..Ga naar voetnootb) hondert Dortsche daler in specie promptlick tho erleggende boven ander ongelden, tot 36 st. br. elcken daler gerekent; des hefft de stadt iider twe placken grunsingen aff to loessen gestalt up 15 daler tot 30 st. br. den daler. |
|