Dinxsdach 30 Julii 1585.
Stadt ende Lande hebben noch geen vertroestinge van geldt, ammonitie noch verlichtinge van haver (de tot over een daler geresen) erlangen koenen, als geen geldt ontfangen hebbende, woe dennoch gesecht was.
Alexander van Grootfeldt, in platz des Bilysschen regiments angekomen, fordert meerder leheninge, als stareker van soldaten wesende.
Der graff van den Berg, tho Reyde in plaetz van Pierat verordnet, eysschet van de Oldampsteren furage van hoy ende stro tot acht peerden de winter langk, doch is content mit 20 brab. st. veer iider mud haver, daer danderen neet min willen hebben dan wat de haver ten utersten kan gelden. Dit hoert Stadt ende Lande tsamen tho.
De gevangen Damsteren sullen tegen morgen den olderman ende gyldtrechtlude verdagen laten. Nota, dat de van den Dam solden mitten anderen conspireert ende eedt gedaen hebben, bij hoer recesz te verblijvende contra der stadtz privilegium.