Maendach 14 Octobris 1585.
S.M. Straten tdoen maken noch ut supra 7 huius; upt Schutendeep sal elck zijn straten selffs doen maken; dat de stratemaker oeck upte wateringe upsicht hebben sall.
Borgermester Herman Clandt dincompst ditmal noch affgeslagen.
Albert Henricus, voermals hoeftmansdiener, vermidts gueserie, woe gesacht, affgesat, alsmede de kercken ende predicatien gefrequenteert, ende nu weder doer fa voer ende middel van enigen in derselvige plaetze gestelt, neet sunder nahrhede ende quaeth bedenckent tho hove als anders ende daerup zijn excuse endeonsculdt (als gesuspendeert zijnde, bes he sich debite verdegent), voer een erb. Raedt neffens seker request gebracht ende overgegeven, is hem voer appostille tot zijn versueck upte requeste gestelt als volget: B. ende R. hebben desen remonstrant remitteert ende gewesen an den heeren hoeftmannen, so hem genomineert ende den staeth gegeven, zijn onschuldt daerselffs tdoende na behoeren.
Jacob Brandts, den blinde, het advoceren ende voerspreken in gerichte nochmaels interdiceert ende verboeden.