Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Saterdach 26 Octobris 1585.

Gesacht, woe de coninginne van Engelant sich tegens Con. Mat. tho Hispanien als vijant verclaert ende Hollant ende Zelant in protectie angenomen ende den Brill rhede mit soldaten besett.

Nota, dat de van de zuyderzijdt vant Dampsterdiep groot beclach an den heeren hooftmannen voerbracht, als dattet verlaet to Slochteren in de nije faert neet gestelt, woe em oeck rhede van de voersz. heeren beloefft ende versegeldt.

Des van Ursen male²⁾, toversegelt, van Johan van Rhenen huys upt rathues gebracht, des he zijn 500 emder gulden gefurdert; heft oeck de commissie van confiscatie selffs laten uuthcopieren³⁾.

2) Koffer.

3) 11 mei 1585 (Miss. prot. Alting II blz. 426) verzochten B. en R. de syndicus, te bewerken, dat de commissie van Engelbert van Ursen betreffende de confiscatie gecasseerd zou worden. Zijn optreden zou zeer nadelig zijn, te meer daar door Stad en Lande verordente commissarissen reeds voldoende bevonden hadden ‘dat voel lasten ende renten, dan weynich vrije upkomsten van de rebelen goeder voerhandts sijn to verwachtende.’