Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach 9 Maii 1586.

Lithinio decano respons gheven^4)a).

Van dat den Grave ontsett⁵⁾, Camerick gues, van revolten etc.

Garbrant Goldtsmit is de residentie ende woenplaets int Oldtampt accordeert tot revocatie etc.

Decani responssum ad syndicum.

Jan Ulfferts zoenen sal van haver, sonder tol uutgefuert, mitten rentemester afcomen.

Damsteren rogge uuth Westphalen gehaelt, doer gestadet.

4) Over het geschil tussen B. en R. en de deken wordt geschreven in een brief aan de syndicus van 20 mei 1586 (Miss. prot. Alting II blz. 472^v).

a) Hierbij staat een verwijsteken naar de volgende bladzijde onderaan, waaruit volgt, dat de mededelingen ‘Van dat den Grave’ tot ‘Decani responssum’ hier ingelast moeten worden.

5) Over het ontzet van Grave schrijft ook Eppens II blz. 285. Tot een volledig ontzet kwam het echter niet, want 7 juni gaf de stad zich over aan Parma. Kamerijk werd in april door de Hugenoten bezet.