Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Saterdach 21 Junii 1586.

Kooplude botter ende kese to Coverden arresteert, omdat se mit lege wagens sonder rogge ende ander waeren hiir angekomen ende de Westfelinge ende Munsterschen neet willen rogge herwerts uuthlaten, doch zijn de arresten ditmael durch den heren stadtholder casseert, dan de hiir ende onderwegen zijn, moegen noch neet passeren. tMaerschap¹⁾ over 40 daler.

Lithinius decanus nomine officialis doleeret over de Mennonisten²⁾, moeten se to lande lijden om se hiir getollereert, solden sunst weder an den stadtholder suppliceren, oeck de commissie zijn alteze upseggen, om sich selfs neet te mortificeren; dat boven de dre uutgewesenen oeck 6 bij se condemneert, de mede hoeren executeert te wordende, dat men des na der heeren ordinantie tdoende geneight; non sufficit, dan dat senatus behoert texecuteren allen, so se als condemneert werden anbrengen. Is oeverst de vorsz. commissie principalick verstanden worden van de reformatie ende correctie der geestlicke mesusen ende dat der magistrat oher gerechticheit vercortet zijn sol.

Nota, dat de 4 hoernwachters bevoelen bij dage ende nachtijden te vernemen, off ergentz hemelycke vergaderinge oft praedikinge muchten gescheen.

Den vischers mit voerweten van zijn Gen. accordeert, sauvegarde te erlangende, doch deselve daerna den Raedt erst te verthoenende.

Disputatie ende onverstandt van dat de stadt de propinen der stadtholder etc. half tegens dOmlanden betalen soll, so de stadt voer een wellecompst 1 voeder wijns, 1 last haver ende 1 Vrieschen vetten osse to praesenteren gewoentlick.

1) Koopwaar.

2) Miss. prot. Alting II blz. 472^v, stad aan syndicus de Gouda.