Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Donderdach 10 Julii 1586.De hoernwacht noch ernstlick bevolen, upsicht te nhemen upte hemelycke vergaderingen ende nachtpredigers. Van de reyseGa naar voetnoot2) te beforderen; Frijas is van zijn Gen. affgeverdight. Popco, Deest, Rijkens, Arentz presenteren elck respectieve rekenschafft post legatorum reditum; borgermester Ulger, Heldt, Deest nuper ordineert. Johan Arents de roper sal de 43 emder gl. 23 st., so he van kamerhuyre (affgeslagen de pacht van 15 st.) moeten upleggen ende betalen, voerbeholden wes he an de selve camer van tymmer oft anders toncoste gedaen. |
|