Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Maendach 18 Augusti 1586.

S.M. De nije nobelen noch bij hoeren loop tlaten bes ander ordinantie¹⁾.

Joncker Hayo Manningen huesfrouw dincompst Wolter Huynga accordert bes revocatie. Herman Sickinge een maent vergunt, um hoer scheydinge mitten ander te verwissende, de binnen huses sich tontholden ende am weynichsten uuth tgaende, oeck alle avent een cedel van zijn losement ten huse van Canter tbestellende ende mit expiratie des maendts selffs weder tvertreckende. Aleff Campinge 14 dagen upt Scutendeep vergunt, omme mit Hermen Luynge ende darffgenamen van Roleff Luynge, anders Landt, hoer saecken tverglijckende.

Nahdem de reyse voer hen bij den olden Raedt ende S.M. all accordeert, is de vrijbrieff nu allene bij den taelmannen ende bouwmestern verlesen end. durch B. ende R. ende hoefbmannen versegeldt worden, perickelen te vermijden²⁾.

1) Voor de ordonnantie zie Reg. Feith 1586 nr. 28.

2) In de brief van 20 augustus aan de syndicus (Miss. prot. Alting II blz. 479) wordt over deze zending gesproken. De gezanten krijgen 1000 daler mee voor de syndicus.