Saterdach 7 Martii 1587.
In betrachtung eens erb. Raedts continuele belastinge ende grote bekummeringe, so in gemene stadts als private borger ende partijen saecken tot nahdeel ende versumenisse van iider zijn egen affairen ende geschefften, hebben de samptlycke stadtsgeswoernen voer rheedlich ende behoerich ingesehen, het salarys ende jaergeldt van dien enigermaten tho verbeteren, tho verstaende, dat voereerst de veer heeren borgermesteren in der tijdt sullen ellick voer oher honorario jaerlicx hebben ende genieten 100 daler ende die raedtzheeren iider 50 daler tot 4 arns. g. den daler, sullen oeck telcker reyse, se umb partijen offt ander anliggende saken halven thosamen verdaget ende comparerende werden, dubbelt loot ontfangen, woe in gelijcken de van der S.M. ontfangen sullen, wen se bij een erb. Raedt tho komende verboedet ende erschijnende worden. Des willen de heeren van Rhade sich tijdtlix bevlijtigen, up bestemmeter plaetz, tijdt ende stunde te comparerende, om partijen te moegen hoeren ende slijten ende der stadt saken ten besten rhaden, oeck volgendts bequame middelen to vindende, daermit sodane voersz. verbeteringe tot minnesten der stadts ende borgerijen affbrueck ende schaden gedijen sall. 3 Martii 1587.
Is mede verordnet, dat men voer het groote stadtsegell eenen halven daler alhiir ende voer het secreet segel een oerth dalers, naemptlick thiin gron. st. betalen sall.
Dit bovenste is den olden Raedt sampt T., S.M. ende B.v.d.g. also voergelesen ende lestlick oeck believet, dattet sonder der stadtz ende borgerien belastinge sol moegen gescheen ende de borger de beter gerijvet ende befordert worden; vant segel competert den 4 heeren borgermestern, weshalven et oeck neet voergedragen. Vide supra den 3 Martii.