Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Dinxsdach 6 Octobris 1587.

So Lithinius instanter, instantius et instantissime copie van des jungst gepubliceert gefordert, alsmede van sententie - de doch neet gevellet - is em daerup ingesacht, woe eth een erb. Raedt gants verduchte, dat men se mit sodane druwwoerden sol bejegenen, die sonst doch in der saecke solden weten tdoende na eyssch ende behoeren, dat oeck ongebruecklick copien van sodanes te geven.

Hermen Alberts doer anseggen vrsz. geheten, sich mitten heer pastoer to vereenigen ende beschijn daeraff voer tbrengen, off sol anders hiir geen woenplaets moegen hebben.

Mr. Hinrick scharprichter sal hiir nahmaels een halve schute torffs in plaets van 6 ½ arns gl. van den stadtrentemester jaerlix entfangen ende genieten, tho verstaende torff off geldt, soals de torff dan tijdtlicx ghelden mach.

Rector Amnicus Gerardus Veus sal ad Pascatis als mede hypodidascolus een redlicke augmentatie ende verbeteringe hoeres salarys genietende. Nota,

[p. 705]

dat men sulckes sol moegen vinden up de meyeren van de Oldtampster kerckenlanden, de bij den Raedt ende neet durch den kerckvoegeden aldaer verhuyrt solden worden.