Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–
[pagina 714]
| |
Donderdach 14 Januarii 1588.Ebbinge- ende Bottringepoerten bij boerten te oepenen. Item dat men de stege daerbuten tegens de tijdt sal straten. Gevangen snickenfarers bij Dijckshoerne bij BurenGa naar voetnoot1) boven hoer 2 schepen elck 200 leuwendaler affgefordert. Nota, dat den richter up gemene warffen geenen kosten van den succumbent behoeren betaelt te wordende. Noortbroeck ende Suytbroeck mit de van Wynschote cum suis der bruggen halven sich in fruntschap verdragen. Doldampsteren forderen daxcijss van torff ende bieren tgenieten; hiirup verclaert, dat tegens sodane 100 off 200 gulden meer als ses mael tot hoeren vordel durch der stadt rentmester tijdtlick verschoten. B. ende R. hebben accordeert ende voer guedt angesehen, dat der Oldtamptsteren personen ende schepen, als oeck hoer eegen ingewassen ende aldaer gevallene ghoeder, an offte van Groeningen komende, sullen vant nijevorlaetgeldt vrij ende exempt wesen. Werden oeverst vrembde ofte van buten angebrachte ghoeder in Oldtampster schepe (sonder tvorlaetgeldt betalende) doer gepasseert bevonden, sullen deselve ghoeder mitterdaet der stadt verboert zijn. Des sullen de Oldtampsteren, so mit torff doer passeren, hoere naemen bij den verlaetmester upteeckenen laten, omme int wederkomen hem een vrij cedel uuther stadt tho behandigen bij 10 golden gl. tbroecke, allent tot correctie des erb. Rhades. B. ende R. hebben den onderschoelmester ende koester ter Ae jaerlicx accordeert, van den erb. stadtrentemester te ontfangen 15 embder gl., de helffte daervan up Paesschen ende de ander helffte up Michaelis tho betalende, waervan de eerste betalinge verschenen is up Michaelis anno 87. |
|