Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Wondsdach 1 Junii 1588.Den knoeckenhouweren durch den stadtdieneren an laten seggen, dat se de haecken, buten huses over der stadt straten uuthsteeckende, sullen noch desen dach affnhemen ende die onder ende binne hoer loyve maken laten, sodat nemant daerdoer moege beschadiget worden, bij pena vijff golden gl. Den commissarien van den nijen kadijck doen per tabellarium weder anseggen, woe die heren lietent noch bij den antworth, als den probst van Schildtwolde laestmaels gegeven ende van der stadthamreke wegen ingesecht. Missive 28 Maii van den abt tho Theetsinga Gerardus Ahuys, Aeilko Wijnken, Popko Uffkens, Fecke Ompteda, Remmert van BerumGa naar voetnoot3). | |
[pagina 728]
| |
De heeren B. ende R. hebben Hinrick Dillingk als veerde stadtspoelman oeck zijne gasye dienangaende, gelijck die anderen van den erb. stadtrentemester te ontfangen, van nu voertan bewillight ende geaccordeert. |
|