Maendach 18 Julii 1588.
De muntemester mach noch tot 30, 40 marck halve stuvers, rhede prepareert, munten, ongefeerlick 60 daler bedragende.
Um rheden accordeert, dat de pelsers sullen tgeldt voer de vellen moegen betalen, dewelcke een landtman hiir van den knoeckenhouwers gecofft. 30 pro 39 daler iider 100.