Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach 3 Martii 1589.

Frouwe Jarges in 10 mareken condemnert, um se tfleysch tegens der heren kenninge neet willen volgen laten.

Juffer Elyzabeth Rengers ten achteren bij Bartolt Entens in zijner vangenschafft 300 emder g. verteert.

Ingesacht, dat Asinge Entens schuldeners behoeren erst betaelt tzijnde, sal derwegen up andere noch onverkofte goederen moegen spreken.

S.M. Kistemakers ende diergelijcke dalers up 38 brab. st. gesatt.

tBotterdiep te gravende vermaent; post mensem den hoptluden kruyt voer den borger tbestellende, nadem tpandt up Cathedra Petri ten ende, dat mit discretie uuthgedeelt te wordende. Anslage des vijants; Schenck in der wendinge¹⁾; twe galiotten eder lange schepen mit verholen fracht uuth Holland tot Leuwarden angecomen.

1) Wat met ‘wendinge’ bedoeld wordt, is niet helemaal duidelijk. Overste Schenck was in deze tijd misnoegd op de Staten wegens het verlies van Bonn, zelfs liet zich verluiden, dat hij de dienst der Staten verlaten wilde.