Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–
[pagina 754]
| |
Den muldeners angesecht, dat hoer hoenders, upt bolwarck bevonden, sullen vredeloes wesen; geen paden ende afgangen vant bolwarck na de grafft. Den voegeden ter A accordeert, de woeningen to vercopen, woe se gesworen, doch begeren 2 raedtsheren mede daerbij tverordnen. Der kercken gebreken te vermanen bij de S.M. Cornel<is> Buss<enschutte> in zijn commiss des bolwareken bevredet bij pena 10 g.g.; des sal he oeck geen affpaden oft affgangen buten ant bolwarck hebben noch onderholden, dan het bleken upt bolwarck is der frouwen accordeert. |
|