Vrijdach 12 Maii 1589.
Kortarm, der hamryken boede, bevoelen den lueden an tho seggen, dat iider de wege neffens zijn landt guet maken ende onderholden sal, tensij dat emant ter contrarie mit brieff ende segel genoechsam bewijsen konde; oft anders gedencken den heeren deselve wegen up restitutie van dubbelde oncosten tdoen ende laten maken.
De heeren verordenten om den dijck neffens tDampsterdiep dicker ende hooger te makende, daertho dan de van Innerdijck van elck 100 grase een roede van 16 voet ende de landen, so Winsummer-, Schaephalster- ende Wetzingerzijlen uuthwateren, van 100 grase een halve roede eenmaal maken solden, des de Innerdijcksters ende tFeerdeel den selven dijck voerts onderholden, oeck de landen, de emants affgegraven muchten worden int maken des dijckes voergen., verguetzen ende betalen solden. Nota, dat Ubbega hoer schoerdijcken allegeert ende wederhulp in noeden gerequireert.