Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Wondsdach 16 Augusti 1589.

Beer, broot, meel, suetemelck kesen in quantiteet - quarnemoele - der stadt als neet drachlick afgescreven¹⁾.

Jan Alberts to Westerbroecke als na zijn egen confessie voercoop van^a) Gale Itens to Zuydtbroeck gedaen; vellich neet als ondersate int Goerecht.

S.M. Van reparatie der kercken, ketten over straten, leheren emmers, 2 brandthaecken^b) ende ledders, tijnen, van schottdoeren an de poorten na dordinantie van anno 8 Sept. 87, Mennonyten, dborger am minsten te beswaren, Fraterhues ende Witt<ewierum>, Aug <ustijner> cloestergoederen, nije borger 1 emmer, van de grote clocke, kinder tdopen, hijlcken, doden, gylden, onnutte herbergen, bussen.

Nahdem de axcijsen doer boese practijcken zeer vercortet, midts de bottercopers hoer botter vremdben, als eenmael ter wage west, overdragen, daer ander botter hemelick mede uuthgefuerth, is derwegen entsloten, dat alle botter ende kesen, als de vanhiir uuthgefuert sullen worden, eerst ter wage comen ende gewegen worden sullen, die zijn eenmael gewegen oder neet.

1) Over de provisie der schansen zie Miss. prot. Julsing blz. 280^v. Querne = handmolen.

a) Boven ‘van’ staat ‘mit’.

b) In margine staat in h<eilige?> dagen.