Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Maendach 21 Augusti 1589.Swoerne Meente entsloten, dat de hoegste up veer mans, na advenant het graven ende so vervolgens na iiders best vermoegen, taxeert ende geset worden sall, tot ketten, leheren emmers, brandtinstrumenten, als iider rott (doch mit onderscheet) een ledder, twe haecken, een tijne mit iseren oheren ende banden. Registreert. Iider man up een daler van 4 ar. gl. gerekent. Wagenborge, Midtwolde ende Schemte contra de van den Woldtoldambt um de 10.000 gl. etc. ter fruntscap oft ad Veneris; iider mit zijn beste bescheit. Voer 2 farrien van der stadt den schipperen caveert voer den UpslachGa naar voetnoot3). |
|