Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach 12 Januarii 1590.

Johan Hayen, notarius, mit graf Edtzardts brief¹⁾; Ruart de Cranhals, auditeur, G<erbrant> Walckama S <?> Walrath, coopman van Coellen, 50 daler van axcijs der Spaensse wijnen der stadt Coln tgevalle tgoede gelaten.

1) Brief aan deze van de stad d.d. 13 januari 1590 over een civiele zaak een burger van Groningen betreffende, aan wie te Emden zijn koopwaar was onthouden. Blijkens een brief van dezelfde dag aan Burgem. en Raad van Emden dateerde de zaak reeds van 1573; de bedoelde waar, 7 vaten boter, was door de vrijbuiter Matthijs Joryssen op de Eems geroofd en in Nesserland aangebracht. Vervolgens had de drost de vrijbuiters gevangen doen nemen en de koopwaren ten eigen bate verkocht. Miss. prot. Hammonius blz. 93-94. Zie ook Ingek. br. 1590 onder 12 januari.