Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach 30 Martii 1590.

Derwijlen de 4 vendel Spangers in den Dam³⁾ geen geldt noch leheninge van den Mat^s wegen ontfangen, hebben se lestlick dusent carolus gulden van de naeste omliggende karspelen promptlick uptbrengen gefordert, bij straffe van anders durch den soldaten overlopen te worden. Hiirup voer erst 300 car. gl. up credyt genomen ende gesonden ende oeck an den stadtholder de saecke alsobald versereven, de sonst verleden Maendage vanhiir na Coverden vertogen eder Lingen.

Diego de la Desino⁴⁾.

Item de in Reyde vorderen vant Oldampt 10000 car. gl. van anno 84 ende nu 10 jaerschattinge, weshalven hoer deputeerden daerselffs upgeholden.

3) Zie Miss. prot. Hammonius blz. 100^v, brief van Stad en Lande aan Verdugo: de inwoners van deze kerspelen staan op het punt met hun hebben en houden te vertrekken.

4) Waarschijnlijk de aanvoerder dezer Spanjaarden.

[p. 787]

Vrijbuteren bij den Raedt examineert ende uuthgelecht morgen to vertrecken; voerts huyssueckinge gedaen.

Bellingwold ende Friesscheloo geplundert van de in Reyde.