Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Saterdach 23 Junii 1590.

Stadt ende Lande de gewondeden tonderholden⁴⁾ neffens derselver besoldinge. Item pulver te copende, accordeert.

Borger vacantie a Johannis usque Jacobi; agrariorum bes Bartholomeus.

Geerdt Fockens, goltsmidt, is Jurgen Muntinck, oeck goldsmidt (den he blondt ende bloedich geslagen) na den stadtboecke gecondemneert in 19 schillinge tho boete ende der stadt in 18 schillingen to broecke ende dat tot veermael

4) Correspondentie hierover met de Spaanse bevelhebber (Miss. prot. Hammonius blz. 114, 116 en Ingek. br.).

[p. 794]

verhoeget ende tselve noch dubbelt, derwijlen tfeyt binnen den cloester to Jacopinen gescheet is.

Doe Vrese, goldtsmydt, is Albert Hinricks, oeck goltsmidt, (den he upter strate mitter vuest geslagen), na den stadtboecke gecondemneert in 6 schillingen tho boete ende der stadt oeck in 6 schillingen tho broecke ende dat tot veermael verhoeget, iider schillingk up een br. st., den st. tot 8 placken gerekent.

Peter Jacops, woellenwever uuth den Dam, um de borgerschap mit 4 zoens.

Voer de gewondeden alle weecke omme tgaen;^a) ... ende Pellenrock visitateurs.

a) Niet ingevuld.