Maendach 3 Septembris 1590.
Up der executoren versueck des saligen heren pastoers ter A, heer Fredrick ten Hoevel, laeste wille belangende (de Sabbati den 1 Sept. ad nonam vespertinam in Domino placida morte quievit), registreert. Jovis honorifice in choro sepultus, exequijs pie ac digne habitis.
De peerden van bij Steenwijck hiir gebracht, up een borge laten volgen ende de brengers te contenteren
Suydtbroeck, Meden ende Midtwolde den van Noertbroeck het zijldeep thelpen ditmael noch upgraven, als wesende tgemene beste ende hoechnoedich.
Berent van Dorpen ende Grete ende Gert Grues sullen beyder wegen in bijzijn 2 raedtzheren het loot doer onpartijege steenmetzelers scheten laten.
Sijn alteze 5 Augusti Valenchiennis, dat der graff van Mansfeldt, in sijn plaetz gouverneur gestelt, derwijlen zijn alteze ydtz na Franckrijck de Catholijcken tho hulpe van Con. Mat. verordnet. Receptum 1 Septembris 2).