Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Saterdach 15 Decembris 1590.Ordinantz van de ancomende schepen upt Reyttdeep. RegistreertGa naar voetnoot2). Albert Wessels relaxeert, mit bevel te vertrecken, doch sich neet bij den vijant tbegevende. Ordineren B. ende R. voer erst, dat der heer pastoer tho Suydtbroecke tot zijn tijdtlycke nootdruft ende onderholdt zijn gewoentlyke ende van olts der pastorien tobehoerige incomen ende vervallen van nu voertan, als voerhen, geheel ende all | |
[pagina 811]
| |
onvercortet hebben ende genieten sall, waerentegens heer Godefridus van den Berge sich mit sijn angenomen lehen ende de upcompsten ende thobehoeren van dien sal vredigen ende sadigen laten, midts oeck daetlick nacomende ende achtervolgende sijn egen ondertekende accord ende verdrach, so he anno 86 mitten ondersaten aldaer bewillight ende ingegaen; ofte bij gebreke ende weygeringe van sulcks tdoende, mach he sich anderwegen metten besten versehen ende verbeteren, als oeck de pastoer ende ondersaten voergen. eenen anderen bequemen heern sullen na older gewoente in sijn plaetse erwhelen ende keesen moegen. Actum den 17 Decembris 1590. Wes den heren pastoer tho Suydtbroecke voerhen tot sijn w. noetlick onderholdt accordeert gewest, sal he oeck datselve billicx in sijn olderdoem behoeren tho beholden ende onbespeert gebruecken ende genieten moegen. Actum den 17 Decembris 1590. |
|