Diarium van Egbert Alting 1553-1594

(1964)–Egbertus Alting– rechtenstatus



[pagina 824]
Donderdach 2 Maii 1591. S.M. Um de Anse articulen, so up Trinitatis denGa naar voetnoota) Junii to Lubeck tverhandlenGa naar voetnoot1); van de besendinge noch in bedencken. Van de Munstersche creditoren arrest ende antwort mitten heren stadtholder te communiceren. A prandio den wijn gecoert tegen morgen den 3^en Vrijdach na Paesschen. Der her stadtholder Fran <cois> de Verdugo, den 13 Oct. 1590 vanhiir na Bruessel verreyset, is nu vesperi ad horam sextam weder incomen, insidiis illi circa Coverdiam paratis, sed frustra.	voetnoota) Niet ingevuld. voetnoot1) Zie hierna 6 juni 1591. Zie Häpke, Niederländische Akten und Urkunden II S. 370. Trinitatis = 6 juni o.s., 16 juni n.s. De doorzending aan Stavoren geschiedde bij schrijven van 4 mei 1591; enige dagen te voren was de brief van Keulen ontvangen (Miss. prot. Hammonius II blz. 23^v). Op 12 aug. 1591 schreef de stad aan Lubeck, dat zij op de brief van 8 juni 1591 geantwoord heeft en daartoe haar gezworen stadsbode heeft afgevaardigd. Daar tot heden taal noch teken van hem is vernomen, zou Groningen gaarne worden ingelicht, e.l. blz. 38. Naderhand bleek, dat hij te Lübeck de Hansedag had afgewacht, tegen het hem gegeven bevel in, e.1. blz. 40. Zie hierna 19 september 1591.