Diarium van Egbert Alting 1553-1594
(1964)–Egbertus Alting–Saterdach 13 Julii 1591.Noortdijcken beclach over de knechte upt Schutendeep. Der vijant na innheminge ende besettinge der schantzen ommeheer (de tusschen 30 ende 40 gewest) sint na Steenwijck vertogen, ock vorts na Nymwegen, woe gesacht. Nota, dattet een wonder droege, schoene sommer west, alsmede tverleden jaer. Ad sextam vespertinam twe breve, deene van den 8, dander den 10 uuth Marienboom van de gesanten, up Saterdach den sesten aldar angecomen, de voerts a prandio audientz bij sijn alteze darsellfs gehadt ende goede vertroestinge van ontset gegeven. Item, dat sijn altezen zoenen, den he in 14 jaren neet gesehen ende ydtz prince van Parma is, mit namen Raynutius, sij daer den 9en vesperi to post uuth Italien angecomen. Mandaet van Groeninger lanthueren, renten, schulden in Claes ten BuersGa naar voetnoot1) handen tbrengen, oeck de landen ende anders bij eede tverclaren. Datum Lewerden 20, 1, 30 Juli 1591Ga naar voetnoota). |
|