Diarium van Egbert Alting 1553-1594

Vrijdach 29 Januarii 1593.

Nah der heer pastoer Jasperus Vos den 5 Octobris 1592 in den Heeren gerustet, is up huyden (na voergaende dilation van dre maendt) durch de gemene borgerie van St. Meertenskarspel, mit gelijcker solenniteet als Vos den 20 Junii '81 in St. Walburgenkercke, ter praesentie van twe raedtsverordenten uuth der Akarspel, (borgermester Fredrick Moysteen ende Garbrant Heynens raedtsvorwanter) durch de meeste ende seer voele per secretarium getekende borgersuffragia tot eenen pastoer in heer Jaspers plaets erwhelet ende gekoren worden heer Hinrick Fockingk, pastoer gewest tho Deventer, daer een erb. Raedt bevoerens ses personen upt pappiir geseth (daervan Fockingk ener gewest) dewelcke oeck den samptlicken borgeren durch bemelten borgermester neffens ermaninge opentlick, eer de khuer angevangen, voergelesen worden ende als nu de vorsz. borgermester ende raedtsheer (de secretarius int middel een tafelken voer sich) ant oesten van der sacristie inganck upt koer also geseten, de ses genomineerde personen upt pappiir getekent oeck int openbaer voer ogen liggende, hebben eerst de heeren B. ende R. elck sijn votum ende stemme gegeven, des bij den secretarius voerts debite angetekent, daerna vervolgendts karckvoegeden ende andere borgeren aldaer in der karcke vergadert, de ene na den ander hoere stemmen gevende ende sulckes gescheet zijnde, heft de borgermester de khuercedel der ses personen mit derselver angetekende stemmen den borgeren verthoent, midts dat Fockingk den khuer gevallen, de oeck stracx durch den coester verboedet ende angekomen, is mitten heeren borgermesteren in der sacristie gegaen ende na geluckwonschung ende communicatie onderlinge geholden, worde lestlick noch der weerdige heer vicarys general aldaer to komende begeert ende sint also sub horam prandii datmael gescheyden.

Der weerdige heer vicarius generalis ende heeren borgermesteren hebben na der misse de Sancto Spiritu noch voer den khuer in der sacristie bespreek mitten ander ende communicatie geholden angaende der presteren supplicatie ende manual van 9 off 11 grase landts, die se anno 51 Mr. Radingius Koening tot liberaler tafelholdinge, oeck pastor Vos na, togestaen ende nu weder voer sich nootdrufbich tho genietende begeert, derwegen sodane landt den nijen pastoer aff to

[p. 863]

seggende als sonst mit 200 daler jaerlix boven tordinarys andere wegen versehen etc., daerup dan bij den voersz. heernn voer gueth ende raedtzam ingesehen, tselve oeck den nijes gekoern heren also to vermelden, doch mit angehengter vertroestinge, dat alsulcken bemelter landen affbnieck ende verlatinge hem kompstichlick tot geenen schaden, dan vellicht tot vordel komen ende gedijen solde, derwijlen men doch volgents mitten voersz. supplianten der saken halven wijders sol hebben to verspreken ende onderhoeren. Ofte se dan oeck de gewoentlicke tafel ende maeltijden henveernhers bij gemelten heer pastoer tgenietende bedacht, edder die lever tegens tvoersz. landt te verlaten ende daervan affstal tdoende gesinnet ende gemeent, stellende des in hoer egen khuer ende vrije wille, dan so veer de pastoer tot sodane maeltijden tijdtlix te geven sol geholden ende verbonden zijn, twelck doch sonder grote kosten neet gescheen konde, hedden derwegen se sich am besten te entsinnen, dat oeck in sulcken gevalle het vorsz. landt sol na als voer bij der pastorie moeten blijven ende gelaten worden.