Blijkens een brief van de stad aan Evert van Ensz, drost van Drente, d.d. 15 febr. 1594, was Gladdebeeck in persoon aanwezig en stond op aflossing wegens aankoop van een zate; de stad vraagt, daar zij zijn verzoek onmogelijk kan inwilligen, aan de drost, of hij de rentebrief wil kopen (Miss. prot. Hammonius II blz. 213v).