Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jeugdleven (ca. 1930-1940 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Jeugdleven
Afbeelding van JeugdlevenToon afbeelding van titelpagina van Jeugdleven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.26 MB)

Scans (26.28 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Italiaans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jeugdleven

(ca. 1930-1940 )–Edmondo De Amicis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

Franti wordt van school weggejaagd.

21, Zaterdag.

Een van de jongens heeft zich niet geschaamd te zitten lachen, terwijl er van ‘de begrafenis van den Koning’ verteld werd, en dit was Franti. Ik kan dien jongen niet uitstaan. Hij heeft een gemeen karakter. Wanneer iemand verdriet heeft, lacht hij. Hij beeft voor Garrone, maar durft het ‘metselaartje’ kwaad te doen, omdat het klein is; hij plaagt Crossi, omdat deze een lammen arm heeft, en bespot Precossi, die door alle anderen met ontzag behandeld wordt; hij poogt altijd Robetti bespottelijk te maken, den jongen uit de 2e klasse, die op krukken rondstrompelt, omdat hij een kind redde. Hij tergt iedereen, die zwakker is dan hij, en wanneer hij dan met zijn vuisten begint te slaan en zich kwaad maakt, kan hij op de armen der jongens beuken, dat zij huilen van pijn. Hij heeft voor niemand eerbied, lacht meneer Perboni in zijn gezicht uit, steelt als hij kan en ontkent met een effen gezicht dat hij het gedaan heeft, en kibbelt met iedereen. Hij brengt op school spelden mede om de jongens te prikken, die naast hem zitten, trekt de knoopen van hun buisjes af, en wanneer dit niet gaat slaat hij ze stuk. Zijn tasch en boeken zijn gescheurd, verwaarloosd en vuil; zijn linialen, waarop hij altijd knabbelt, staan vol tanden, zijn ganzepennen zijn afgebeten en zijn kleeren zitten vol vlekken en scheuren door het vechten. Men zegt dat zijn moeder ziek geworden is van het verdriet, dat hij haar aandoet, en dat zijn vader hem reeds drie malen uit huis gejaagd heeft. Zijn moeder komt dikwijls op school om te vragen hoe hij het maakt, en zij gaat altijd schreiend weg. Hij haat de school, haat de jongens, haat zijn onderwijzer. Soms doet mijnheer Perboni of hij niet merkt, dat Franti weer aan het kwaaddoen is, en dan is hij nog ondeugender. Hij heeft al beproefd om hem door zachtheid te vangen, maar daar lacht Franti om. De meester sprak harde woorden te-

[pagina 58]
[p. 58]

gen hem en dan bergt hij het hoofd tusschen de handen en doet of hij huilt, maar lacht in stilte. Hij werd voor drie dagen van de school verwijderd, en toen hij terugkwam, was hij nog slechter en gemeener. Maar van morgen, eindelijk, is hij voorgoed van school weggejaagd. Terwijl de onderwijzer aan Garrone het klad van den ‘Sardinischen Trommelslager’ gaf, het maandelijksch verhaal van Januari dat deze zou overschrijven, wierp Franti een voetzoeker op den grond, die uit elkaar plofte en een knal gaf, alsof een geweer werd afgeschoten. De heele klasse schrok. Mijnheer Perboni sprong op, en riep: ‘Franti, ga de kamer uit!’ - Hij antwoordde: - ‘Ik heb het niet gedaan,’ - en lachte. De onderwijzer herhaalde: - ‘Ga er uit!’ - ‘Ik doe het niet,’ antwoordde hij. Toen verloor mijnheer Perboni zijn geduld, liep op hem toe, greep hem van achteren aan, pakte hem bij de armen, en trok hem uit de bank. Hij spartelde tegen, verweerde zich uit alle macht, terwijl mijnheer Perboni hem naar buiten sleepte. Deze bracht hem met veel moeite naar den directeur, en toen keerde de onderwijzer alleen in de klasse terug, zette zich aan zijn tafeltje, nam het hoofd in de handen, was geheel ontdaan, en zag er uitgeput en bedroefd uit. - ‘Na dertig jaren les te hebben gegeven!’ - riep hij treurig uit, terwijl hij zijn hoofd schudde. Niemand durfde zich bewegen. Zijn handen beefden van toorn; arme mijnheer Perboni! Maar Derossi stond op en zeide: ‘Mijnheer, u behoeft niet zoo bedroefd te wezen! Wij houden toch allemaal van u.’ - Toen helderde zijn gelaat weder op, en hij zei: ‘Kom, laten we maar weer verder gaan met de les, jongens.’ -


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken