Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jeugdleven (ca. 1930-1940 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Jeugdleven
Afbeelding van JeugdlevenToon afbeelding van titelpagina van Jeugdleven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.26 MB)

Scans (26.28 MB)

XML (0.25 MB)

tekstbestand






Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

roman
vertaling: Italiaans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jeugdleven

(ca. 1930-1940 )–Edmondo De Amicis–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 67]
[p. 67]

Februari.

Eene welverdiende medaille.

4, Zaterdag.

Van morgen kwam de schoolopziener, een heer met een witten baard, om de medailles uit te reiken. Hij kwam met den directeur binnen, even voor de eerste bel, en zette zich aan het tafeltje naast den onderwijzer. Hij richtte vragen tot verschillende leerlingen, en gaf toen de medaille aan Derossi; voor hij de tweede uitreikte, luisterde hij naar den directeur en mijnheer Perboni, die zachtjes tegen hem spraken. Allen vroegen: ‘Wie zou de tweede krijgen?’ - De schoolopziener zei met luide stem: - ‘De tweede medaille heeft deze maand de leerling Pietro Precossi verdiend; hij heeft haar verdiend door zijn huiswerk, door het leeren van zijn lessen, door zijn schriften, door zijn gedrag.’ - Allen keerden zich om, om naar Precossi te kijken. Precossi stond op, en was zoo verlegen, dat hij niet wist, hoe hij zich houden zou. - ‘Kom maar eens hier,’ - zei de schoolopziener. Precossi kwam uit de bank en ging naast het tafeltje van den onderwijzer staan. De schoolopziener zag met aandacht naar dat waskleurige gezichtje, dat kleine, ingezakte lichaam, die wijde, verwaarloosde kleeren, en die droefgeestige, goedige oogen, die de zijne ontweken, maar die een lijdensgeschiedenis lieten raden. Toen zei hij op vriendelijken toon, terwijl hij de medaille op de borst van het kind vasthechtte: - ‘Precossi, jou geef ik deze medaille. Niemand is meer waardig haar te dragen dan jij. Ik geef je haar niet alleen voor je goeden wil, ik geef haar je ook voor je goed hart.’ - Precossi maakte een beweging alsof hij iets moest doorslikken. - ‘Ga zoo voort, beste jongen!’ - zeide hem de opziener. - Het was tijd om naar huis te gaan. Onze klasse ging voor de anderen weg. Zoodra wij beneden waren gekomen... wien zagen wij daar in het kamertje, bij den uitgang? Den vader van Precossi, die er, zooals gewoonlijk, bleek uitzag, met een woeste uit-

[pagina 68]
[p. 68]

drukking op het gezicht, met de haren in de oogen en de muts scheef op gezet, terwijl hij onvast op zijn beenen stond. Mijnheer Perboni zag hem dadelijk en fluisterde den schoolopziener iets in; deze zocht haastig Precossi, nam hem bij de hand, en bracht hem bij zijn vader. Het kind beefde. Ook onze onderwijzer en de directeur kwamen naderbij; een paar jongens stonden om hem heen. - ‘U bent de vader van dezen jongen, nietwaar?’ vroeg de schoolopziener aan den hoefsmid. op vroolijken toon, alsof zij kennissen waren, en zonder het antwoord af te wachten, ging hij voort: - ‘Uw jongen heeft de tweede medaille gekregen; hij heeft haar voor zijn opstellen, voor zijn rekenen en de rest gekregen; hij is een jongen met veel verstand en een goeden wil, hem zal het goed gaan in de wereld; hij is een brave jongen, u kunt trotsch op hem zijn.’ - De hoefsmid had met open mond staan luisteren, en keek nu eerst den schoolopziener en den directeur strak aan, en toen zijn zoon, die met neergeslagen oogen en bevende voor hem stond; en alsof hij toen voor de eerste maal verwezenlijkte, wat hij het arme kind had laten ondervinden, kreeg zijn gelaat plotseling een uitdrukking van stomme verbazing, toen van droefgeestigen wrevel, eindelijk van groote teederheid, en met een snelle beweging vatte hij het hoofd van den jongen, en gaf hem een kus. Wij kwamen allen naar hem toe; ik vroeg Precossi Donderdag bij mij komen, met Garonne en Crossi. En zijn vader keek ons allen verbaasd aan, terwijl hij tegen zijn borst het hoofd van den jongen gedrukt hield, die snikte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken