Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ruut de fox-terrier (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ruut de fox-terrier
Afbeelding van Ruut de fox-terrierToon afbeelding van titelpagina van Ruut de fox-terrier

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.24 MB)

Scans (9.04 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Illustrator

Rie Kooyman



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ruut de fox-terrier

(1946)–Max van Amstel–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 47]
[p. 47]

Hoofdstuk V
Door schade en schande wordt Ruut wijs

Ja, dat is een spreekwoord, de titel die boven dit hoofdstuk staat. Maar dat er veel waarheid schuilt in dit spreekwoord, dát ondervindt Ruut.

Daar is eerst die geschiedenis geweest met Mimot, de poes, daarna dat geval met die pantoffel en nu weer dat met het voetenbankje.

Allemaal dingen waarvan Ruut iets leert en waardoor hij wijzer wordt.

O ja, die geschiedenis met dat voetenbankje!

Dat was ook weer zo'n domme streek van onze Ruut.

Er staat een laag bankje in de kamer. Moeder gebruikt het als zij kousen zit te stoppen. Dan zet zij haar voeten op dat bankje, dan kan zij haar werk gemakkelijk op haar schoot leggen.

Ruut loopt in de kamer rond.

Hij verveelt zich een beetje.

Mimot heeft het veel te druk op het dak om zich met hem te bemoeien.

Beppie is natuurlijk naar school.

En Roel is met moeder een boodschap doen in de buurt.

En nu staat daar dat voetenbankje.

En Ruut loopt er omheen.

‘Als ik daar nu eens boven op sta,’ denkt hij, ‘zou ik dan op de tafel kunnen zien? Dat zou wel leuk zijn. Ik heb eigenlijk nog nooit goed gezien hoe de tafel er van boven

[pagina 48]
[p. 48]

uit ziet. Ja, als iemand mij optilt kán ik het zien, maar gek, dan heb ik zeker altijd iets anders gehad om aan te denken, want ik heb nog nooit op de tafel gelet. Gek is dat eigenlijk...’

Ruut staat daar over te denken.

En nu wil hij opeens toch zo erg graag weten hoe de tafel er van boven eigenlijk uitziet.

‘Ik moet toch maar eens proberen of ik boven op dat bankje kan komen,’ denkt hij. ‘Het is anders wel hoog hoor. 't Zal me vast niet meevallen er op te komen.’

Neen, 't valt zéker niet mee!

Ruut zet zijn voorpootjes er op. Dat gaat. Maar nu de rest!

Eén... twee... húp...

Nee...

Telkens glijdt hij terug.

Ruut steunt en zucht en blaast en werkt. Van tijd tot tijd moet hij even uitrusten. Maar opgeven? Neen! Dat vast niet.

Dat is leuk! Het zit er bij Ruut in: wat hij eenmaal begint, dat houdt hij vast, dat zet hij dóór, tot het bittere einde!

En zo komt hij dan ook na lang zwoegen eindelijk boven op het voetenbankje te zitten.

Hè, hè, eerst even uitblazen...

Hij gaat er een ogenblikje bij liggen.

‘Ziezo, daar zit ik nu... nu ben ik boven op het voetenbankje,’ denkt hij. ‘Nou, het valt me niks mee hoor! Ik had gedacht dat het véél hoger zou zijn. Nu moet ik nóg tegen de tafel ópkijken! Nu kan ik nóg niet zien hoe die tafel er van boven uitziet. Heb ik dáár nu zo hard voor gewerkt? Ik ben eigenlijk weer aardig dom geweest.

Wat nu?

Wat heb ik er aan, hier te blijven zitten?

Niks!

[pagina 49]
[p. 49]

'k Moet er maar weer af, want hier is het helemaal niets gedaan. Dan is het op de grond toch nog heel wat leuker.’

Ja, er weer áf...

Maar dat kan hij gemakkelijker dénken dan doén!

Als hij er àf wil, zal hij er af moeten springen!

En dat durft hij niet.

Neen, het voetenbankje is niet hoog. Lang niet zo hoog als hij had gedacht. Als hij er op staat kan hij nog niet eens op de tafel kijken. Maar om er àf te springen... daar

illustratie

is het toch heus weer té hoog voor.

Ruut kijkt wanhopig naar beneden.

Tóch maar proberen.

Eerst met één poot...

Hij laat één pootje over de rand hangen. Maar och lieve help, dat pootje komt láng niet bij de grond! Als het pootje eens drie maal zo lang was als het nu is, ja, dan zou hij er misschien de grond mee kunnen aanraken. Maar nu... geen denken aan, dat hij zó van het bankje afkomt...

Teleurgesteld haalt Ruut zijn pootje weer terug.

[pagina 50]
[p. 50]

Dan probeert hij het nog eens met zijn andere pootje.

Neen, dat is heus niet langer!

Het lijkt warempel wel, of dit pootje nog korter is dan het andere, denkt hij.

Maar dat is natuurlijk verbeelding.

Dat kan niet.

Eens proberen...

Het eerste pootje weer...

Neen maar... nu lijkt het weer of dit pootje korter is dan het andere... hoe kan dat nu...?

Weer eens het andere pootje proberen...

Het gaat niet.

Dan probeert Ruut het met zijn achterpootjes.

Maar dat gaat helemaal niet.

Dan kan hij niet zien wat hij doet!

Ruut wordt er wanhopig onder.

Hij is gevangen.

Hij kan niet meer van het bankje afkomen.

Hij kan niet meer van het bankje afkomen!!!

Vréselijk!

Van angst en wanhoop laat Ruut een erbarmelijk gejank horen.

Ruut... huilt!

Ja, dat zullen heel veel mensen niet kunnen begrijpen, ze zullen het niet willen gelóven, maar honden kunnen huilen, net als mensen.

En Ruut huilt nu écht.

Er lopen tranen uit zijn ogen...

O, waarom is hij toch zo dom geweest, boven op dat bankje te klimmen? Alleen maar om op de tafel te kunnen kijken. En dat kán hij nu niet eens.

Het enige wat hij heeft bereikt is dat hij zichzelf in een hopeloze toestand heeft gebracht.

Een toestand, waaruit hij gelooft nooit weer verlost te zullen worden.

[pagina 51]
[p. 51]

Wat is dat erg...

Wat is dat vreselijk...

Nooit zal hij meer met Mimot kunnen stoeien. Nooit zal hij meer haar schoteltje melk stiekem kunnen leeglikken. Nooit zal hij meer...

Het is áfgelopen met hem...

Domme Ruut!

Hij denkt er helemaal niet aan, dat iemand hem er af kan tillen!

Dat komt niet in hem op.

Zó angstig, zó radeloos is hij.

Maar, daar komt de redding al aan!

Moeder komt thuis, met Roel en Beppie, die zij meteen even uit school heeft gehaald.

Ruut hoort het vrolijke gepraat en gelach van de kinderen als zij nog op de trap zijn.

En opnieuw begint hij te janken.

‘Als ze me nu maar horen!’ denkt hij, ‘als ze me nu maar hóren!’

Wel, ze horen hem hoor!

‘Hoor Ruut eens janken,’ zegt Beppie.

‘Ja,’ zegt moeder, ‘die is zeker blij dat we thuiskomen. Hij is ook bijna de hele morgen alleen geweest.’

‘Ja, maar,’ zegt Beppie weer, ‘hij jankt zo angstig, net of hij huilt! Er zal toch niets met hem zijn!?’

De twee kinderen rennen de kamer binnen.

En daar zit Ruut, in zijn hopeloze toestand.

Eerst weten de twee eigenlijk nog niet goed wat er aan de hand is. Daarom kijken ze zo verbaasd naar het hondje dat vergeefse pogingen doet om bij zijn vriendjes te komen.

Maar daar komt moeder binnen en...

‘Oòòòòch,’ roept zij uit, ‘de kleine schat is op het voetenbankje geklauterd en nu kan hij er niet meer af komen.’

[pagina 52]
[p. 52]

Nu begrijpen de kinderen het ook en zij vinden het geval zó grappig, dat ze luidkeels beginnen te lachen.

Zij dansen om het voetenbankje heen en roepen:

‘Die domme Ruutje, die domme Ruutje!’

En Beppie wenkt met haar handje en zegt:

‘Kom dan Ruut, kom dan maar bij het vrouwtje!’

Dan weet Ruut helemaal niet meer wat hij moet beginnen. Hij was juist zo blij dat de kinderen thuis kwamen om hem te verlossen.

En nu, inplaats daarvan, laten ze hem stilletjes zitten en houden ze hem nog voor de gek ook!

‘Wat zijn die mensen toch vreselijk wreed!’ denkt hij en begint dan weer heel erg te janken.

‘Til me er af! Ik ben zo bang dat ik hier altijd zal moeten blijven zitten!’ wil hij roepen.

Ja, dat wíl hij roepen. Maar de mensentaal is hem immers helemaal vreemd! Hij kan niet praten zoals de mensen met elkander praten.

Hij kan alleen maar janken.

En dat doet hij dan ook.

Of zijn leven er van afhangt.

Wel, volgens zijn eigen idee ís dat ook immers zo?

Moeder krijgt echt medelijden met hem als hij zo jankt. Ze gaat naar het bankje toe en tilt Ruut er af.

Dadelijk is Ruut stil en hij nestelt zich veilig en behaaglijk in moeders arm.

De twee kinderen komen bij moeder staan en knuffelen en verwennen Ruut lachend.

‘Wacht eens,’ zegt Roel, ‘ik heb nog wat voor je bewaard!’

Uit zijn zak haalt hij een stukje worst.

‘Toegekregen bij den slager!’ zegt hij, terwijl hij Ruut het stukje worst voorhoudt, ‘en voor jou een stukje bewaard. Wat zeg je nu?’

Ruut zegt... niets!

[pagina 53]
[p. 53]

Hij doet alleen maar: hap... en het stukje worst is verdwenen.

Waarom zou hij ook wat zeggen? Hij vindt, dat hij dat stukje worst dubbel en dwars heeft verdiend na al die angsten die hij heeft uitgestaan.

Hij vindt het alleen maar een heel erg kleín stukje worst en hij denkt:

‘Roel, je had best het héle stuk voor mij kunnen bewaren, want jullie hebben mij nog voor de gek gehouden ook!’

Maar ondertussen heeft hij zich de worst toch best laten smaken, al was het ook nog zo klein.

Dat voetenbankje!?

Wel, daar probeert Ruut voorlopig niet meer op te klimmen. Hij heeft er méér dan genoeg van hoor! Hij maakt in het vervolg zelfs een omweg als hij er langs moet.

Je kúnt nooit weten!

Later, als Ruut een flinke hond is geworden, moet hij nog wel eens lachen om zijn angst van toen. Dan hoeft hij er niet meer op te klimmen. Dan springt hij er met gemak overheen als Roel en Beppie het bankje in de gang zetten, ieder aan een kant gaan zitten en roepen:

‘Kom dan, Ruut! Kom dan hier!’

Ja, zo wordt Ruut wijzer door zijn ondervindingen.

Zie je wel, dat het waar is, dat spreekwoord dat als titel boven dit hoofdstuk staat?

Met de kinderen gaat het ook zo. Als je eenmaal van de trap bent gevallen, omdat je je niet goed vasthield, zal je heus niet vergeten in het vervolg de leuning te gebruiken!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken