Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kinderverhalen (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kinderverhalen
Afbeelding van KinderverhalenToon afbeelding van titelpagina van Kinderverhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.64 MB)

Scans (27.73 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Illustrator

Babs van Wely



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kinderverhalen

(1963)–Hans Andreus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 101]
[p. 101]


illustratie

De avontuurlijke wasknijper

Er was eens een wasknijper die avonturen wilde beleven. Hij zei tegen zichzelf: wat heb ik eraan om altijd maar de was aan de lijn te moeten vastknijpen? Het is nuttig werk, dat is waar, maar toch heb je als wasknijper maar een saai leven. Ik wil eens wat anders, ik wil ook eens een keer grootse daden gaan doen.

Op dat moment kwam de wind voorbij en die begon te gieren van het lachen.

‘Een gewone houten wasknijper die grootse daden wil gaan doen’, schaterde hij. ‘Heb je 't ooit zo raar gehoord. Hahaha. Hohoho.’

De wasknijper werd ontzettend boos.

‘Dacht je dat ik geen grootse daden kan doen en dat ik geen avonturen kan beleven’, riep hij tegen de wind. ‘Dat zul je dan eens zien.’

En hij sprong van de lijn waaraan hij hing en wandelde op zijn twee houten beentjes zomaar de grote wereld in.

[pagina 102]
[p. 102]

Hij had een paar uur gewandeld toen hij in de buurt van een dorp een man langs de kant van de weg zag zitten. Het was een man in eenvoudige werkkleren die somber voor zich uitstaarde.

‘Goedenmiddag’, zei de wasknijper tegen de man. ‘Waarom kijkt U zo somber? Kan ik iets voor U doen?’

De man keek op en antwoordde:

‘Wat zou zo'n kleine houten wasknijper nu voor mij kunnen doen?’

‘Dat weet je nooit’, zei de wasknijper, ‘en bovendien is het altijd goed om je hart eens uit te storten.’

‘Dat is waar’, zei de man, ‘laat ik mijn hart dan maar eens uitstorten.’ En hij vertelde dat hij meubelmaker was, maar dat hij de laatste jaren alleen nog maar tafels met kromme poten en scheve stoelen had gemaakt en kasten die omvielen als je er al naar keek. Dat kwam doordat hij een vrouw had die van vroeg tot laat tegen hem praatte. Ze stond de hele dag in de deur van zijn werkplaats en zij babbelde en babbelde dat de arme meubelmaker er helemaal zenuwachtig van werd en geen enkel meubel meer recht in elkaar kon timmeren.

‘Het is een goede vrouw’, zei de meubelmaker, ‘maar wat ik ook doe of zeg, ze houdt niet op met babbelen. En omdat ik daardoor alleen nog maar scheve meubelen maak, kopen de mensen die meubelen niet meer en worden we hoe langer hoe armer. Vanmiddag ben ik maar even weggelopen om na te denken. Maar ik weet niet wat ik doen moet.’

‘O nee’, zei de wasknijper, ‘maar ik wel. Neemt U me maar even mee naar Uw huis en werkplaats, dan zal ik wel voor een oplossing zorgen.’

De man keek twijfelend naar de wasknijper, maar haalde tenslotte zijn schouders op en ging de wasknijper voor naar zijn huis

[pagina 103]
[p. 103]

in het dorp. De vrouw van de meubelmaker stond in de deur van het huis en riep:



illustratie

‘O lieve man, daar ben je. Wat heb ik je gemist! Ik had plotseling niemand meer om tegen te praten. Ik had wel met de buurvrouw kunnen gaan praten, maar ik praat liever tegen jou. Vind je niet dat het mooi weer is geworden? En denk je niet...’

Maar toen sprong de wasknijper met een reuzesprong pardoes op de lippen van de vrouw en kneep haar de mond dicht.

‘Wis en drie’, riep de meubelmaker uit, ‘nou is ze stil. Dat is pas een goed idee. Lieve vrouw, ik vind je erg lief, maar je praat zoveel dat ik alleen nog maar scheve meubelen maak, zoals ik je al honderd keer heb gezegd. Wanneer je nog een keer tegen me komt babbelen als ik sta te meubelmaken, dat zet ik zo'n grote wasknijper op je mond dat je drie dagen niets meer kunt zeggen. Laat mij nu overdag rustig werken, dan mag je 's avonds net zoveel tegen me praten als je wilt. Afgesproken?’

De vrouw knikte verbouwereerd en de wasknijper sprong weer op de grond. De vrouw was nog steeds zo verbaasd dat ze niets zei en de meubelmaker bedankte de wasknijper uitbundig.

[pagina 104]
[p. 104]

‘Dat was een prachtig idee’, zei hij. ‘Wilt U niet even binnenkomen?’

‘Nee, dank U’, zei de wasknijper, ‘ik heb nog een heleboel avonturen te beleven.’ En op zijn twee houten beentjes wandelde hij weer verder.

Dat was een klein avontuur, zei de wasknijper tegen zichzelf, en het was geen groot avontuur, het was geen grootse daad. Waar kan ik nu eens een echt avontuur beleven? Maar hij liep de hele verdere dag en de hele nacht door en hij beleefde geen enkel avontuur. De volgende morgen echter zag hij een bord staan: NAAR HET PALEIS VAN DE KONING EEN HALF UURTJE LOPEN RECHTSAF. Ha, misschien is daar iets te beleven, zei de wasknijper en hij liep op een holletje naar het paleis van de koning. Daar glipte hij naar binnen en zag tot zijn verbazing dat iedereen er aan het huilen was. De lakeien en de hofdames en de kamerheren, iedereen. De wasknijper liep door tot aan de troonzaal en daar zaten ook de koning en de koningin op hun tronen tranen met tuiten te huilen.

‘Sire’, zei de wasknijper, ‘is er iets? Kan ik wat voor U doen?’

De koning keek niet eens op maar antwoordde met verstikte stem:

‘De vijand komt. Die lelijke koning van het land over de grens komt met een leger van honderdduizend soldaten. En ik heb helemaal geen leger, want ik ben altijd bang geweest voor al die wapens. En als ik overwonnen ben en ze zetten me af als koning, wat moet ik dan beginnen?’

‘Dat zal nooit gebeuren’, riep de wasknijper. ‘Sire, U en ik, wij gaan met ons tweeën de vijand tegemoet. En dan los ik dat zaakje wel op.’

De koning keek nu naar de wasknijper en zei:

[pagina 105]
[p. 105]


illustratie

‘Een wasknijper die het koninkrijk wil redden? Nu ja, het is beter dan niets. Ik kan hier ook niet de hele dag blijven zitten.’

Een half uurtje later galoppeerde de koning de vijand tegemoet, met de wasknijper op zijn schouder.

‘Je weet toch zeker dat het geen vechten wordt?’ vroeg de koning.

‘Want daar houd ik niet van, hoor.’

‘Laat U alles maar aan mij over’, zei de wasknijper.

Op een gegeven moment kwam de vijand in zicht, met die andere koning aan het hoofd van zijn honderdduizend soldaten.

‘Rijd nu zo hard als U kunt naar die lelijke koning’, zei de wasknijper. Onze koning deed wat hem gezegd werd en toen ze vlak bij die andere koning waren, wilde deze uitroepen: ‘Zo, ben je daar, domme koning-zonder-leger! Soldaten, valt aan! Neemt

[pagina 106]
[p. 106]

hem gevangen!’ Maar de wasknijper sprong met een geweldige sprong op de lippen van die lelijke koning en kneep hem zijn mond dicht zodat hij geen woord kon uitbrengen. De soldaten wachtten op zijn bevel, maar omdat ze niks hoorden begonnen ze te morren en zeiden tegen elkaar: Die koning waar we tegen moeten vechten, heeft vast ergens een heel groot leger verstopt. Anders zou hij hier toch niet in z'n eentje naar toe durven! Het is niet te vertrouwen, hoor. Zullen we maar niet liever vluchten?



illustratie

‘Ja, vluchten, vluchten!’ riepen toen alle soldaten en binnen korte tijd was het hele vijandelijke leger met zijn koning achter de horizon verdwenen.

De wasknijper was inmiddels weer op de grond gesprongen en liep naar onze koning toe.

‘Goede brave wasknijper’, riep deze uit, ‘jij hebt mijn koninkrijk gered. Wat wil je als beloning hebben?’

[pagina 107]
[p. 107]


illustratie

‘Niets’, zei de wasknijper, ‘ik ben blij dat ik nu eindelijk eens een echt avontuur heb beleefd en een echte grootse daad heb gedaan. Maar als U ooit eens meubelen voor Uw paleis nodig hebt, dan moet U die laten maken door een meubelmaker die een goede vriend van mij is.’

De wasknijper vertelde waar de meubelmaker woonde en toen wandelde hij weer op zijn houten beentjes verder. Een poosje later kwam hij de wind tegen die zei:

‘Zo, wasknijper, en heb je al een grootse daad gedaan?’

‘Vraag dat maar aan de koning’, zei de wasknijper. ‘En ik ben van plan om nog veel meer grootse daden te doen. Want ik ben een avontuurlijke wasknijper. Als je dat maar weet.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken