Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kinderverhalen (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kinderverhalen
Afbeelding van KinderverhalenToon afbeelding van titelpagina van Kinderverhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.64 MB)

Scans (27.73 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Illustrator

Babs van Wely



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kinderverhalen

(1963)–Hans Andreus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 127]
[p. 127]


illustratie

De sterke prins

Toen het prinsje werd geboren, juichte het hele land. En ook Koning Prak de Vijfde was blij.

‘Ha, een zoon’, zei Koning Prak de Vijfde, ‘een troonopvolger. Dat het maar een sterke zoon moge worden. Hoe zullen we hem noemen?’

‘Niet Prak’, zei de koningin. ‘Ik vind Prak een verschrikkelijke naam. Ik begrijp niet hoe ze er in jouw familie ooit op gekomen zijn.’

‘Prak de Eerste, mijn voorvader, was een heel sterke en heldhaftige koning’, verklaarde Prak de Vijfde. ‘Hij sloeg al zijn vijanden in de prak. Daarom hebben alle koningen sindsdien Prak geheten. Wij zijn van een vechtersgeslacht.’

‘Ik kan het niet verfijnd noemen’, antwoordde de koningin. ‘Nee, wij noemen onze zoon Eduard. Dat is een mooie, eenvoudige en toch verfijnde naam.’

‘Jij zet tòch altijd je zin door’, antwoordde de koning, ‘vooruit dan maar. Prins Eduard zal hij heten. Het enige wat ik hoop, is

[pagina 128]
[p. 128]

dat het een sterke zoon zal worden, een sterke prins.’

Nu, de koning kon trots zijn op zijn zoon, want het wàs een sterk kind, dat bleek al gauw. Toen Eduard een dag of tien oud was, sloeg en trapte hij zijn wieg in stukken, zodat hij zelf met een bons op de grond viel. Het prinsje huilde echter niet, maar bleef vergenoegd liggen kijken naar de brokstukken van het wiegje.

‘Vrouw, vrouw’, riep de koning, die er toevallig bij was. ‘Kom eens gauw kijken wat onze Eddie gedaan heeft. De hele wieg in stukken. Een sterk prinsje, dat zeg ik je. Een kind naar mijn hart.’

‘Zonde van zo'n dure wieg’, antwoordde de koningin. ‘Maar waar is waar, sterk is ie, onze Eduard.’

Prins Eduard sloeg ook de tweede wieg aan stukken en daarom werd hij in een bedje van het sterkste eikenhout gelegd. Daar kon hij niet tegen op, tenminste het eerste half jaar niet. Maar toen brak hij ook het eikenhouten bedje af en begon met de brokstukken ervan een huisje te bouwen.

‘Een wonderbaarlijke zoon!’ riep Koning Prak de Vijfde uit. ‘Niet alleen breekt hij dat sterke eikenhout in stukken, maar kijk eens met wat een helder verstand hij dat huisje aan het bouwen is.’

‘Een voorlijk kind’, zei de koningin. ‘En uit een sterk geslacht, ik kan niets anders zeggen.’

‘Dat is het geslacht van de Prakken, allemaal sterke kerels’, sprak de koning trots. ‘Misschien hadden we hem toch maar Prak moeten noemen.’

‘Ik moet er niet aan denken’, zei de koningin.

Het prinsje werd groter en hoe meer het groeide des te sterker werd het natuurlijk. Toen het zo'n jaar of vier was, begon het ijzer met zijn handjes te buigen en als je dat ooit geprobeerd hebt,

[pagina 129]
[p. 129]

dan weet je hoe moeilijk dat is. Wanneer de koning het op schoot nam en het prinsje over het haar streelde, dan streelde het prinsje terug, maar zo hard dat de koning vol blauwe plekken zat en één keer zelfs met stoel en al achterover sloeg.

‘Nounou, Eddie’, zei Koning Prak de Vijfde, ‘dat is toch geen manier, om zo tegen je koninklijke vader op te treden.’

Maar het prinsje, dat toen al heel goed praten kon, zei dat hij het niet zo bedoelde. De koning krabbelde overeind en was weer trots op zijn sterke zoon.



illustratie

[pagina 130]
[p. 130]

Hoe ouder het prinsje echter werd, des te moeilijker was het voor hem om zijn kracht een beetje in te houden. Want het prinsje was zo sterk, dat als het een glas limonade aannam, het hele glas meteen in zijn hand verbrijzeld werd, en dat er extra sterke lepels en vorken voor Prins Eduard moesten worden gemaakt, want die bogen anders krom wanneer hij ze maar éven aanraakte. En toen hij al bijna volwassen geworden was, een echte grote Prins, waar zijn vader geen Eddie meer tegen durfde te zeggen, toen was het dubbel zo moeilijk. Leunde Prins Eduard even met zijn hand tegen een deur, dan viel die deur onmiddellijk om. Schudde Prins Eduard aan een koninklijke appelboom in de koninklijke boomgaard, omdat hij best trek had in een paar appels, dan hield hij plotseling die hele appelboom in zijn handen.

‘Het is wel prettig om een sterke zoon te hebben’, zei de koningin op een dag, ‘maar het is toch wel lastig ook. Het is maar goed, dat het zo'n vriendelijke jongen is. Stel je voor, dat hij eens kwaad werd en met zijn vuist tegen de muur sloeg. Dan bleef er niet veel over van ons mooie paleis.’

‘Zo een vaart zal het niet lopen’, antwoordde Koning Prak de Vijfde. ‘Ik ben blij met zo'n zoon. Het is tenminste geen slappeling.’

Nu gebeurde het, dat de koning van het naburige land en koning Prak de Vijfde een beetje ruzie kregen. Ze kregen ruzie over de kring om de maan. Ja, over de kring om de maan. (Je weet dat er soms een kring om de maan kan staan, en als je het niet weet, dan zul je het vast nog wel eens zien.) De koning van het naburige land beweerde, dat als er een kring om de maan stond, het de volgende dag zou gaan regenen. Nee, zei Koning Prak de Vijfde, wanneer er een kring om de maan is, dan betekent dat juist dat de zon gaat schijnen. Nietes, zei de koning van het naburige land.

[pagina 131]
[p. 131]
Welles, zei Koning Prak de Vijfde - en zo kregen ze een beetje ruzie.

illustratie

Maar dat beetje ruzie werd hoe langer hoe meer, want ze begonnen elkaar boze brieven te schrijven, waarin de een de ander voor ezel en uilskuiken uitmaakte. En de koning van het naburige land hield een redevoering over de radio, waarin hij zei,
[pagina 132]
[p. 132]

dat koningen die niets van kringen om de maan afwisten, veel te dom en te eigenwijs waren om een goede koning te kunnen zijn. Waarop Prak de Vijfde op zijn beurt een toespraak over de radio hield (en zelfs tegelijkertijd voor de televisie), waarin hij zei dat een kring om de maan altijd betekende dat de volgende dag de zon zou schijnen - en wie dat niet geloofde, was een oorwurm.

Dat nam de koning van het naburige land niet. ‘Dat Prak mij een ezel noemt, is tot daar aan toe’, zei hij, ‘en een uilskuiken kan er ook nog wel mee door, maar dat hij mij een oorwurm durft te noemen, dat gaat te ver!’ En hij verklaarde prompt de oorlog aan Koning Prak de Vijfde.

‘Oorlog!’ zei Koning Prak de Vijfde tegen de koningin en zijn stem bibberde een beetje, ‘hij heeft me de oorlog verklaard! En we hebben niet eens soldaten.’

‘Hebben we niet eens soldaten?’ vroeg de koningin. ‘Wat heb je daar dan mee gedaan?’

‘Ik heb ze maar afgeschaft’, zei Prak de Vijfde. ‘Soldaten zijn duur, weet je dat wel? en het leven is niet goedkoop de laatste jaren, met al die prijzen die steeds maar de hoogte in gaan.’

‘Je moet toch zorgen dat er soldaten komen’, zei de koningin.

Wel, Prak de Vijfde duikelde een paar duizend soldaten op, maar veel tijd had hij niet, want het leger van de andere koning was zijn land al binnengetrokken.

‘We verliezen het vast’, zei hij tegen de koningin.

‘Maar daar moeten we dan iets tegenover stellen’, zei de koningin.

‘Eduard, mijn sterke zoon, Prins Eduard’, juichte de koning. ‘Natuurlijk! Ik heb zoveel aan mijn hoofd gehad, dat ik daar helemaal niet aan gedacht heb. Ik zal de enige generaal, die ik heb, afzetten

[pagina 133]
[p. 133]

en Eduard aan het hoofd van mijn troepen stellen.’

‘Als je er maar voor zorgt dat er niets met hem gebeurt’, zei de koningin. ‘Het is jouw ruzie, tenslotte.’

De koning ontbood Prins Eduard en legde hem uit in wat voor gevaar het land zich wel bevond.

‘Jij alleen kunt het land redden’, zei hij.

‘Maar dan moet ik gaan vechten’, zei Prins Eduard verschrikt.

‘Ja, natuurlijk. Maar jij slaat toch met één slag wel honderd vijanden omver.’

‘Maar ik hou helemaal niet van vechten’, zei Prins Eduard en hij begon hard te huilen.

De mond van Prak de Vijfde zakte open van verbazing.

‘Ben jij een prins uit ons vechtersgeslacht?’ vroeg hij.



illustratie

‘Als het moet, dan moet het’, huilde Prins Eduard, ‘als U maar

[pagina 134]
[p. 134]

weet dat ik het helemaal niet leuk vind.’

Prins Eduard werd aan het hoofd van de koninklijke troepen gesteld. Maar zodra hij de vijand zag, begon hij weer te huilen. De koning, die voor alle zekerheid maar was meegegaan, gaf hem een stoot met zijn elleboog. ‘Kom nou’, zei hij, ‘ben jij de sterkste prins die er ooit geweest is of niet?’

‘Als het moet, dan moet het’, huilde Prins Eduard. En huilend reed hij op de vijand af en sloeg er een paar duizend tegen de grond. De vijand schrok natuurlijk geweldig, want een huilende prins die zo veel kracht in zijn armen had, dat hadden ze nog nooit gezien. En toen Prins Eduard riep:

‘Vijand, ik houd helemaal niet van vechten. Als jullie vrede willen sluiten, vind ik het best’, toen legden ze allemaal de wapens neer. De koning van het naburige land die ergens achter zijn soldaten aan reed (want zo dapper was hij ook niet) sprong bijna uit zijn vel, maar de vrede werd gesloten.

‘Je hebt het land gered’, zei Koning Prak de Vijfde toen ze weer in het paleis waren. ‘Maar ben jij nou een prins uit het vechtersgeslacht van de Praks?’

‘Laat die jongen toch met rust’, zei de koningin. ‘Het is een vriendelijke jongen en als je zo sterk bent als hij, is dat maar goed ook.’

‘Zo is het’, knikte de prins en hij leunde met zijn hand op een tafel, die prompt in elkaar zakte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken