Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kinderverhalen (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kinderverhalen
Afbeelding van KinderverhalenToon afbeelding van titelpagina van Kinderverhalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.64 MB)

Scans (27.73 MB)

XML (0.21 MB)

tekstbestand






Illustrator

Babs van Wely



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kinderverhalen

(1963)–Hans Andreus–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 186]
[p. 186]


illustratie

Mannetje-moe

Er was eens een mannetje dat altijd heel erg moe was. En behalve dat het altijd heel erg moe was, was het ook heel erg rijk. Het woonde in een prachtig huis met een mooie grote tuin eromheen, die wel op een park leek. Drie koks zorgden voor zijn eten, tien dienstbodes hielden het huis schoon en vijf tuinmannen werkten in de tuin. Maar het mannetje zelf deed niets. Het lag op bed of het lag op een divan of het lag in de tuin als het mooi weer was, en het zei steeds maar: ‘Ik ben moe.’

Soms kwamen er wel eens mensen op bezoek bij dat mannetje - want die vijf koks maakten zulk lekker eten klaar en je mocht er altijd wel een hapje meeëten - en die zeiden dan:

‘Als U zo moe bent, waarom gaat U dan niet naar de dokter.’

‘Daar ben ik veel te moe voor’, zei het mannetje.

‘Nu, dan laat U de dokter bij U thuis komen.’

‘Dan moet ik hem eerst opbellen’, zei het mannetje, ‘en zelfs daar ben ik veel te moe voor.’

‘Zullen wij de dokter dan even opbellen?’

‘Ach nee, laat maar’, zei het mannetje. ‘Jullie maken me met al dat gepraat nog meer moe dan ik al was.’

[pagina 187]
[p. 187]

Maar op een dag voelde het mannetje zich zo ontzettend verschrikkelijk ongelooflijk moe, dat hij dacht: nu moet die dokter toch maar eens opgebeld worden. En hij riep één van de tien dienstbodes en vroeg of ze de duurste dokter van het hele land wou opbellen. Dat deed die dienstbode en dezelfde avond nog kwam de duurste dokter van het hele land in de duurste auto van het hele land naar het mannetje toegereden.

‘Zo’, zei de dokter toen hij naast het bed van het mannetje zat, ‘dus U bent ziek.’

‘Ik ben moe’, zei het mannetje.

‘Zozo’, zei de dokter. ‘Ja, dat kan voorkomen.’

Hij onderzocht het mannetje van top tot teen en zei toen:

‘Ik zal U precies zeggen wat U doen moet, maar dat kost U duizend gulden. Ik ben nu eenmaal de duurste dokter van het hele land.’

‘Goed’, zei het mannetje. ‘Pakt U het geld maar uit de bovenste la van het buffet. Ik ben daar te moe voor.’

De dokter pakte zijn duizend gulden en zei:

‘U moet een wereldreis gaan maken.’

‘O nee’, jammerde het mannetje. ‘Daar ben ik veel te moe voor.’ ‘Er zit niets anders op’, antwoordde de dokter.

‘Vooruit dan’, zuchtte het mannetje. ‘Wilt U even opbellen om een vliegtuig te bestellen? Zegt U maar dat het voor mij is en dat er twee bedden en een divan in dat vliegtuig moeten staan. En mijn drie koks gaan ook mee.’

‘U begrijpt mij helemaal verkeerd’, zei de dokter. ‘Ik bedoel dat U moet gaan lopen.’

‘Lopen!’ riep het mannetje uit. ‘Een reis om de wereld en dan lopen?’

‘Er zit niets anders op’, zei de dokter. ‘Een goede wandelstok mag

[pagina 188]
[p. 188]

U wel meenemen, maar die drie koks zou ik maar thuis laten. En wanneer U niet doet wat ik zeg, dan wordt U nooit meer goed gezond.’



illustratie

En de dokter pakte zijn hoed en liep het huis uit.

Het mannetje kon er de hele nacht niet van slapen, maar de volgende morgen zei hij tegen zichzelf:

‘Wat de dokter zegt, dat moet gebeuren. O, had ik hem maar nooit laten komen. Nu zal ik wel om de wereld moeten lopen.’

Hij zocht één van zijn mooiste en sterkste wandelstokken uit, die hij al in twintig jaar niet gebruikt had, nam afscheid van zijn drie koks, zijn tien dienstbodes en vijf tuinmannen en begon aan zijn reis om de wereld.

Toen hij een paar uur gelopen had, liet hij zich vallen langs de kant van de weg.

‘O, wat ben ik moe’, kermde hij.

[pagina 189]
[p. 189]


illustratie

Hij bleef een half uurtje liggen, maar toen dacht hij: Als ik op deze manier doorga, dan kom ik nóóit meer thuis na mijn reis om de wereld. Het is niet leuk, maar het is maar beter als ik een beetje voortmaak.

Hij strompelde overeind en leunend op zijn wandelstok en klagend en zuchtend liep hij verder. En hij liep verder en verder en hij sliep in hooibergen en at brood met leverworst of een zakje patates frites uit een kraampje en altijd maar kermde hij:

‘Wat ben ik moe. Die gemene dokter ook. Wat ben ik moe, moe, moe.’

Een week later was hij in een vreemd land en een maand daarna was hij in een ander vreemd land en na anderhalf jaar of zo was hij al helemaal in Japan, aan het andere eind van de wereld. (Wat zeg je? Hoe dat mannetje kon lopen wanneer hij over zee reisde? Nu, heel eenvoudig: dan ging hij op een schip en liep hij op het

[pagina 190]
[p. 190]

dek heen en weer. Want lopen moest hij, dat had die dokter nu eenmaal gezegd.) Het mannetje was erg mager geworden van al dat lopen, maar het zag er erg gezond uit en eigenlijk voelde het zich helemaal niet moe meer, hoewel hij steeds nog maar zei: ‘Wat ben ik moe’, want daar was het nu eenmaal aan gewend.

Van Japan reisde hij op een schip over een heel grote zee en daarna liep hij weer bijna een jaar over land en toen reisde hij weer over zee en eindelijk, na drie jaar was hij thuis.

Het mannetje begroette zijn drie koks en tien dienstbodes en vijf tuinmannen en ging op een divan liggen.

‘Wat ben ik moe’, zei het mannetje.

Maar toen werd er gebeld en nadat één van de dienstbodes had opengedaan, stormden er wel twintig mannen de kamer binnen. ‘Wij zijn van de krant’, riepen de mannen. ‘Bent U dat mannetje dat helemaal om de wereld is gelopen?’

‘Hoe weet U dat?’ vroeg het mannetje.

‘Wij van de krant weten alles’, zeiden de mannen. ‘Gaat U nu even op Uw ene elleboog liggen, dan maken we prachtige foto's van U en die worden in alle kranten afgedrukt. En onder die foto's staat dan: DIT IS MANNETJE-MOE, DIE IN DRIE JAAR OM DE WERELD IS GELOPEN.

‘Mannetje-moe! Mannetje-moe!’ riep het mannetje uit en het werd ineens ontzettend boos. ‘Zouden jullie in de krant durven zetten, dat ik een moe mannetje ben, een mannetje-moe, een mannetje dat te moe is om iets te doen. Een mannetje-kan-alles ben ik! Een mannetje-nooit-moe ben ik!’

‘Voelt U zich dan heus niet een beetje moe na die drie jaar lopen’, vroeg één van de mannen van de krant.

‘Poeh, dat kleine stukje wandelen...’ zei het mannetje. ‘Ik zal jullie eens laten zien wie er moe is.’ En hij sprong van de divan

[pagina 191]
[p. 191]

en duwde al die mannen zomaar pardoes de kamer en het huis uit. Maar er waren toch vlug nog een paar foto's gemaakt en in alle kranten kon je een boos mannetje zien staan dat met zijn armen zwaaide - en onder zo'n foto kon je lezen: DIT IS MANNETJE-KAN-ALLES-EN-NOOIT-MOE, DIE IN DRIE JAAR OM DE WERELD LIEP.

En het mannetje gaf zijn koks, dienstbodes en tuinmannen voor een heleboel jaren salaris en stuurde ze weg, waarna hij zelf in een klein huisje ging wonen. Daar zorgde hij voor zijn eigen eten en hield hij zelf alles schoon en werkte hij elke dag in de tuin - wanneer hij tenminste niet aan het wandelen was. En hij zei nooit meer: ‘Ik ben moe.’



illustratie

[194-binnenkant achterplat]
[194-binnenkant achterplat]


illustratie


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken