Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van Puppijn van Harstel, ende hoe hi die Vriesen bedwanck.
Dat III capittel.

Puppijn, hertoge Angijs ende Begge, zijnre huysvrouwen sone, wert die III hertoge van Brabant ende van Lotrijck, ende was oec gelijc zijn voervaderen des conincs van Vrancrijcs overste raet ende swaert drager. Ende hiete Puppijn van Harstel, omdat hi tot Harstelle, gelegen tusschen Tricht ende Ludick op die Mase, eerstwerve maecte een slot ende zijn woninge. Oec hadde hi binnen der stat van Coellen enen burch geheten dat Capitolium, dat nu is Onser Vrouwen Kerck, die welke bedient wert van den canonissen edele joncfrouwen. Hij hadde tot eenen wive een edele joncfrouwe, ende was ghenoemt Plectrudis, in Duytsche Blytert, daer hi an wan III sonen, als Drogo, een prince van Kempelandt, Grimoalt, die tot Ludick martiriseert wert van een genoemt Mingarius, coninck Radbolts dienre van Vrieslant, ende rustet daer in Sint Jacobskerck, ende hadde coninc Rathbolts dochter te wive, Theudelinde. Ende die III soen hiet Silvinus, ende rustet tot Chimay, in Sinte Pieters kercke. Ende noch hadde hi een dochter genoemt Nootburch, ende plach tot Coellen te leggen int Capitolium, mer rustet nu in Catthuser cloester buten Covelens opten Rijn. Ende dese III sonen storven voer hoer ouders. Dese hertoge Puppijn ontginc hem na den doot van sine voirseide wettige kinderen in overspul mit enen sconen edelen joncfrouwe geheten Alpaijs oft Adelheit, dair hi an wan den vromen prince Kaerl Marteel. Ende want hertoge Puppijn aldus vergect ende verlieft was op dit wijf, so strafte ende beripste hem die heilige biscop van Ludic, Sinte Lambrecht, seggende dattet zijn wettich wijf niet en ware; want Blijtert, zijn eerste wijf, noch leefde. Dwelcke vernemende Dodo, prince van Orengen, Alpaijs broeder, als diegene die scade daerbi duchte te hebben, waert dat Puppijn zijn suster liete, so dede hi Sinte Lambrecht doden bi nachte tot Ludick, daer hi in sine gebede lach. Ende wert mits dien een rechtverdich martelaer gelijc Sint Jan Baptiste. In desen hertoge Puppijns tiden starf coninc Dideric van Vrancrijc, ende na hem wert coninc Clodoveus, zijn sone; ende die starf sonder kinder. Ende die crone quam op sinen broeder Hildebert, die anders niet vele machten en hadde dan hi coninc hiet, want hi en hadde wijsheit noch verstant. Ende hertoge Puppijn hadde alle tlant in sinen handen, ende hi gaf den coninc dat hi verteerde, ende vermeerde des conincs palen ende landen seer, soedattet al zijn was tusschen Spangen ende den Rijn. Dese vrome hertoge Puppijn hadde vele orlogen tegen die Vriesen, Sassens, Swavens ende andere nacien, die hij mit groten zege al verwan. Daerna stelde hertoge Puppijn hem toe mit groot volc van wapenen op die heydensse Vriesen, die oec Hollant mede besaten, dat al onder die provincie van Vrieslant mede gerekent was, die menigen scade van roven ende branden

[pagina 54r]
[p. 54r]

in Oest-Francken gedaen hadde. Ende hi belach die stat van Uutrecht mit groten here; ende mit groten arbeyde ende assaulte creech hi die stat, ende der Friesen coninc genoemt Radbolt verdreef hi uuter stat. Ende hi sant den heyligen man Sinte Willeboort, die mit XII geestlicke gesellen uut Engelant gecomen was in Frieslant, om den Friesen, Hollanders ende Zeelanders te kondigen den wech des ewigen salicheits, als ghi na horen sult.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken