Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek) (2011)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.77 MB)

XML (3.56 MB)

tekstbestand






Editeur

Aarnoud de Hamer



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Dat IIII capittel.
Hoe dat Sinte Willeboort geboren wert ende in dese landen quam om dat Woort Goeds te prediken den Vriesen ende Hollanders.

Om mit corten woorden Willeboorts ofcoemste, geboerte ende voertganc te vertellen, so ist ons van node te weten dat die Neder-Sassens, die men Friesen hiet, mit horen hertoge Eugistus dat grote eylant van Brittangen becrachticht ende gewonnen hadden, als doe voert wonende bleven ende coningen daerin maecten na horen sinne, als voer geseit is. Totten welcken die paeus Gregorius die Eerste II heylige ende geleerde mannen, om desen Engelschen Sassens ende Friesen tot Cristus gelove te brengen, gesonnen heeft, uut welcken Sassens ofte Friesen uut Godlicker voersienicheit dat heylige kint Willeboort geboren is van edelen hoechgeboertigen kersten ouders, wes vader ghenoent was Wilgis of Willigisus, ende sijn moeder Oronia; die een wonderlic teyken sach, doe si Willeboort in hoer lichaem noch droech: als dat si sach op eenre nacht in horen slaep ende visioen, datter een nyewe maen in den hemel verscheen, die si sach mit groter verwondernisse, dat se half vol warde in corten stonde, ende wies totter rondicheits hoers volle lichtes; ende viel ten lesten seer haestelic in haer mont, also dat alle hoer leden scenen claer ende vol van lichte te wesen. Doe dese vrouwe Oronia ontspranc uut dit visioen, ende als den dach gecomen was, ghing si haestelic tot een geestlic priester, ende gaf hem dit te kennen. Die priester antwoorde ende seyde, dat si enen soen in haer lichaem ontfangen hadde ende dragende was, die als die maen van tclein totter volmaecter rontheit comende soude, mitten lichte des waerheits die duysternissen der ongeloviger menschen verdriven, ende soud se brengen tot kennisse des ewigen lichts, welc Cristus Jhesus Selver is, als Hi tuget int Evangelij, seggende: 'Ic bin dat Licht des werels', dwelc also in Willebrort volbrocht is. Want nadat hi geboren, gedoopt, ende tot zijn jaren gecomen was, is hi ter scolen gesent bi geestlicke mannen der kercken van Rijpers, in welcke plaets hi also in der leringe ende duechden by der gracien Goeds proficeert heeft ende voertgegaen is, dat hi bi consent van sinen abt in Hyerlant over getogen is totten heyligen vader ende biscop Egbertus genoemt, ende totten heyligen man ende priester geheten Wigbertus, van denwelcken biscop Willeboort priester ghewijt ende gemaect is. Hierenbinnen sende dese biscop Egbert sinen medediscipel ende -priester Wigbert voornoemt in Germanien, dats in Neder-Duytslant, om aldaer den ongelovigen tWoort Goeds te condigen. Mer overmits des duvels ingeven is dat volc in hoer dwalinge gebleven, ende Wigbertus en heeft daer gheen profijt noch vrucht mogen doen, ende is wederom in Hyerlant gecomen. Daerna, doe men screef ons Heren jaer VI C ende XC, heeft die Heylige Geest in Willeboorts herte een grote vlamme ende vier des geloves ontsteken, also dattet hem niet genoech en sceen te wesen, dat hi tot dien dagen toe alleen in der religye hem geoeffent ende exerceert hadde, ten waer sake, dat hi oec ander menschen in den voertcondigen des waerheyts niet voer en stonde. Dit voer hem nemende, heeft hi gehoert van den voornoemde priester Wigbert, die uut Oest-Francrijc of Vrieslant wederom in Engelant gecomen was, als voerseyt is, datter alten groten bouwe sonder twifel int noorden was, mer luttel arbeytsluden, waerom dat Willeboort hem rede gemaect heeft uut ingevingeGa naar voetnoot222 des Heyligen

[pagina 54v]
[p. 54v]

Geests ende uut sijnder moeder visioen, ende heeft goetwillige mannen oec daertoe gevonden ende mit hem genomen, van denwelken die princepael dese XI geweest zijn, te weten Swigbertus; Willibaldus; abt Lebuinus; Winibaldus; twe Ewalden, priesters; Werenfridus; Marcellinus; Accha; Wigbertus, oeck priesters, ende Adelbertus, Levijt, des conincs soen van Deyren in Engelant. Ende want alle dese voornoemde mannen haer oerspronc hadden van den Sassens ende Vriesen die Engelant innamen als voerseyt is, so konden si oec wel in dyer tongen ende spraken den Vriesen dat Woort Goeds vercondigen. Mit desen voergenoemde heylige doctoren is Willeboort tsceep gegaen, ende hevet in den mondt des Rijns sijn zeyl gestreken, ende hebben daer een weinich tijts gerustet, ende zijn voert gevaren doer Leyden na dat slot Wiltenburch, dat men Uutrecht noemt, gelegen opten oever van den Rijn. Ende bestonden aldaer mit groter vuericheit dat Woort Goeds te prediken, seggende dat alle die goden der heydenen duvelen waren, ende dat se God almachtich mit al horen dienres int helsche vuer verbarnen soude. Mer want dat volc liever hadden in die duysternissen der afgodien mit horen coninc Rathboldt te bliven, so en konde Willeboort geen vrucht doen, ende is totten hertoge Puppijn van Brabant ende grote meester des conincs huys van Vrancrijc getogen, ende aldaer een tijt gebleven, ende den distelen der afgodyscap uutgerodet ende dat puere saet des heyligen geloves overvloyedelick daer weder ghesayet.

voetnoot222
ingevivge AB.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken