Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7,69 MB)






Editeur
Aarnoud de Hamer



Genre
non-fictie

Subgenre
kroniek
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Die cronycke van Hollandt, Zeelandt ende Vrieslant, met die cronike der biscoppen van Uutrecht (Divisiekroniek)

(2011)–Cornelius Aurelius

Vorige Volgende

Hoe dat dese ghecoren coninck ghecroent wert tot Aken.
Dat VIII capitel.

Des anderen daghes wast Alre Heylighen dach. Doe versameden alle dye princen, vorsten ende prelaten, ende leyden desen coninck tot Onser Vrouwen Kercke, opdat hi daer die benedictie hoechlijcken ontfinghe, na der ouder ghewoenten. Die biscop van Monster ende die biscop van Minden ordineerden in den sacristie; ende here Henrick van Gelre, biscop van Ludick, ende here Otte van Hollant, biscop van Uutrecht, sijn oem, cleden mit ornamenten, ghelijcken enen diaken, ende leyden alsoe voer die coninclicke zetel; daer hem here Conraet van Hoesteden, aertbiscop van Coelen, cancelier over IJtalien, ontfing, ende setten hem in der stoel der moghentheit, ende sprac aldus: 'Sittet opten troon des Rijcs mit glorien, ende doet opter aerden recht ende justicie.' Hyernae heeft ghenomen sijn rechterhant here Gerrit, aertsbiscop van Ments, cancellyer over Duitslant, ende salvede se van buten mitten heiligen Crisdom, seggende: 'Die almachtige God waerdige di te heiligen in enen Roemschen Coninc, die David dede salven by des propheten Zamuels hant te wesen coninck over dat Hebreeusche volck.'

[p. 167r]

Dyt gedaen, quam here Aernt van IJsenburch, aertsbiscop van Tryer, cancellier van Walslant, leggende sijn handen op des conincs hooft, ende sprac aldus: 'In di moet nederdalen die geste des wijsheits, des verstants, des kennisse, des goedertierenheits, des starcheits, des raets, ende ghi moet vervollet worden mitten geeste der vresen ons Heren.' Die marcgrave van Brandenburch, des conincs camerier, gaf hem een vingerling, seggende aldus: 'Neemt dat signet der gansser werlt, want dit ront is dattu alleen die moghenste biste in der werlt, ende dattu dat Roemsche Rijke behoedes voer anvechten der ongelovigher, mit onverwinliker267 crachten dat bescermste.' Dye hartoge van Sassen, des conincs swaertdrager, gaf hem dat swaert, ende sprac aldus: 'Neempt dat coninclike teiken, daer du die onghehoersamige met sware correctien mede castijste, ende de goetwillige in vreden mede bescermste.' Die hertoge van Beijeren, pallentsgrave opten Rijn, des conincs spijsdrager, gaf hem enen gulden cloot, ende sprac: 'Neemt desen ronden cloot, ende bedwinget dat volc in der werlt, dat si onderdanich sijn den Roemschen Rijke, op dattu mogeste hyeten een mogende vorst, ende des Rijcs vermeerder.' Hieran quam die coninc van Behem, des conincs schenker, bi consent des aertsbiscops van Coelen, ende sette hem enen gulden croon op sijn hoeft, ende seide aldus: 'Ontfanct desen blinckende croon, ende weest in duechtlike wercken alsoe blinckende in der werlt, dattu verdienste de crone der ewiger salicheit in den hemele.' Dit gedaen sijnde, neghen dye princen ende vorsten des conincs mogentheit toe, ende seiden hem salicheit, lof ende eer, ende ghingen elck bysonder voer den coninc, ende beloofden hem rechte mantruwe ende hulde. Dese croninge gesciede int jaer Ons Heren M II C ende XLVIII, op Alre Heyligendach. Als dese hoecheit gedaen was, hilt dye coninc enen hogen hof, een volle weke lanck, ende maecte kondich sinen conincliken naem, dye rijcheit sijnre heerlicheit. Opten VIII dach daerna versameden die amptluden ende vorsten268 van den rijke, ende waren te rade van des conincs oerber, ende overdrogen gemeenliken dat hertoge Henric van Brabant, sijnre moeder broeder, ende here Otte van Hollant, biscop van Uutrecht, sijns vaders broeder, sijn omen, des conincs raden souden wesen ende hulpers, om te matigen des jongen conincs gemoede van allen oplopen, oerlogen ende striden. Ende die regael abpt van Egmont, Lubbrecht ghenoemt, is gemaect des conincs vicecancellier, een man van groten moede ende verstande

267
overwinliker AB.
268
vorven AB.

Vorige Volgende