Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerken (1678)

Informatie terzijde

Titelpagina van Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerken
Afbeelding van Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerkenToon afbeelding van titelpagina van Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.81 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Vertaler

Daniel Manlyn



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle
vertaling: Brits-Engels / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerken

(1678)–John Babington–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Hoe men een Klavecimbel of Orgel, door Vuurwerken, sal doen spelen, en eenige Beelden doen danssen.

ALs gy sulken Instrument hebt, te weten, een Klavecimbel, of een Orgel, gestelt daer dan een Ton by, die de Klavieren van ’t Orgel of de Klavecimpel trekken sal, door de Pennen, die in de Ton gesteken zijn; en op beide einden van die Ton moet een Rad vast gemaekt worden, hebbende ontrent dertig a sesendertig Tanden, meer of min, na de grootte van de Ton, stelt dan op yder einde van de Ton een Vuurrad, hebbende een ysere As, met Tanden en een Schroef sonder einde, als voren, en laet die Vuurraders soo gestelt zijn, dat de Schroef sonder einde magh vrij en liber in de Tanden van de Raders gaen, die op de Ton vast gemaekt zijn; neemt dan een stuck yser, dat heel recht, en so groot is, als een Gordijnroede; en na dat het gestel van de Klavecimbel hoogh is, moet men

[pagina 98]
[p. 98]

dat Yserdraed lang of kort maeken; klinkt dan op elk einde een klein Rad, yder Rad met tien tanden; en maekt boven op de Klavecimbel een Deksel van ligt Hout, soo breed als het Instrument is; en laet in het Centrum van dat Deksel een Rad gemaekt worden, dat aen een Pennetje speelt, in het Centrum van het Deksel; stelt dan het geseide stuck Yserdraed, met de twee kleine Raders, daer aen geklonken, soodanig, dat het eene Rad in de Tanden van het Rad loopt, dat boven de Klavecimbel gestelt is, en het ander Rad in de Schroef sonder einde, ter zyden het Rad dat aen de Ton gestoken is, en stelt noch boven op de Stelling of ’t Deksel van de Klavecimbel drie rondsels van acht a tien Tanden, soodanig dat het Rad, dat boven op loopt, de rondsels sal doen omdraeijen; set dan op yder rondsel een Beeld, gesneden in danssend postuur, en maeckt vier Beelden op het Rad, die dan met het Rad sullen omdraeijen; en soo sal’er een verwisseling wesen met de andere Beelden; steekt dan de Vuurraders aen brand; en gy sult de Klavecimbel of ’t Orgel hooren spelen, en de Beelden boven op sien danssen; ’t welke heel vermakelijk is om te sien: Dese, en verscheide meer diergelijke Vuurwerken mogen aldus gedaen worden: En met dese besluit ik dit slag van Vuurwerken, door de motien der Vuurraders gedaen: Nu sal ik onderrechting doen, van Vuurwerken die op een Touw konnen gedaen werden. De gedaente van dit Vuurwerk is in de elfde Figuur, geteikent met de letter A.

[pagina 99]
[p. 99]
A.A.A. De Stelling van de Klavecimbel.
B.B.B.B. Het Deksel met Tanden daerbovenop.
C.C. De Ton die de klavieren van de Klavecimbel trekt.
D. Het Rad dat aen de Ton vast is.
E.E.E. De Klavieren van de Klavecimbel.
F. Het Yserdraed daer de twee Raders aengeklonken zijn.
G.G. De twee kleine Raders.
H.H. De Stijlen daer de Schroef sonder einde op gestelt is.
I. De Schroef sonder einde, die’t Rad, dat aen de Ton vast is, en ook met een het kleine Rad, ter zyde gestelt, beweegt.
K. Het Vuurrad.
L.L.L.L. De vier rondsels boven ’t deksel daer de beelden op zijn.
M.M.M.M. De vier beelden op ’t deksel gestelt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken