Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerken (1678)

Informatie terzijde

Titelpagina van Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerken
Afbeelding van Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerkenToon afbeelding van titelpagina van Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerken

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.81 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Vertaler

Daniel Manlyn



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/lifestyle
vertaling: Brits-Engels / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Pyrotechnia, of meer dan hondertderleye konstvermakelijcke vuurwerken

(1678)–John Babington–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Om een Waterpijl te stellen, die, als ze verteert is, verscheide andere uitwerpen sal.

MEn moet een pijl maken van een ordinaris grootte, gevuld met de Compositie voor Waterpylen; als dan snijd men ’t Papier, dat boven de Compositie is van de Kardoes, of aen de Compositie af; neemt dan een stuk Bordpapier, ontrent twaelf duimen lang, en vier a vijf duimen breed, en buigt de twee einden van ’t bordpapier tot malkanderen, en lijmt of naeit ze aen malkanderen vast, dan sal het een ronde Kas gelijken; dan neemt men een ander stuk Bordpapier, en snijd het rond op vier duimen Diameters, dat den bodem van de geseide kas sal zijn, en maekt dat dan

[pagina 140]
[p. 140]

aen de rondgeboogen kas vast, en in den Centrum

van den Bodem moet men een gat maken, net de grootte van de geseide pijl, soo dat’er de pijl stijf in gaet, dan steekt men de pijl in die kas, soodanig, dat het uiterste einde van de pijl gelijk is met de binnenste zyde van den Bodem, en lijmt de pijl en kas aen malkander vast; dan neemt men soo veel kleine Waterpylen als in de kas gaen komen, en vult de monden daer van met gestooten Buskruit, en strooit een deel fijn Buskruit op den Bodem van de kas, en doet al de kleine pylen in de kas; en tusschen de holligheid van de pylen doet een weinig geplukten katoen, om’er de pylen vast in te houden; dan plakt men een Deksel op de kas, en smeert de pylen en kas over al met gesmolten Pek, om dat het Water de Vuurwerken niet beschadigen mach: Voorts neemt men een stuk kurk, net van de breedte van den Bodem van de geseide kas, en een halve duim dik, en maekt in ’t midden van het Kurk een gat, soo groot, dat’er de pijl net door schiet dan doet men de pijl door het voorseide gat, en schuift het Kurk tegen den Bodem van de kas aen, en maeckt het daer vast: Als dan moet men een Stockje of Rijsje nemen, van ontrent een halve duim dick, en derdehalve voeten lang, en setten een einde van ’t Stokje tegen ’t Kurk aen, en bind het op de pijl, ontrent een duim breed van ’t Kurck, en bind het dan weder op de kerf in den hals van de pijl; en laet aen ’t ander einde van ’t Houtje een oogje maken van Yzerdraed; dan neemt men noch een stuk Yzerdraed, ontrent ses duimen lang, en giet aen ’t eene einde een redelijke sware Kogel, en aen het ander einde

[pagina 141]
[p. 141]

buight men een Haekje, dat in ’t geseide ooghje moet gaen; als die Kogel’er dan in gepast is, soo is ze klaer om aen te steken; aengestoken zijnde, sal de kas, door de swaerte van de voorseide Kogels, recht om hoog op ’t Water staen; en de pijl sal onder de voorseide kas in ’t Water branden; en als ze verteert is, sullen alle de kleine pylen seer plaisierig uit de kas vliegen: maer men moet dese en diergelijke Vuurwerken niet van te hoogen plaets afwerpen, en hoe nader het Water, hoe beter, op dat de Vuurwerken binnen in de kas, door al te swaren werp, niet ontsteld werden. De gedaente van dit Vuurwerk is in de seventiende Figuur, geteikent met de letter E.

A. De waterpijl.
B. De Kas daer boven op.
C.C.C. De kleine Pylen in de Kas.
D.D. De plaetsen daer men de Pylen aen bind.
E. Het Stokje daer de pijl aen gebonden is.
F. Het Oogje onder aen de Stok.
G. Het Yzerdraed met een Kogel.
H. De Kogel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken