Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De idealisten (1919)

Informatie terzijde

Titelpagina van De idealisten
Afbeelding van De idealistenToon afbeelding van titelpagina van De idealisten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (2.31 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De idealisten

(1919)–Lode Baekelmans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 52]
[p. 52]

Apostels.

 
Vegetariërs zijn menschen,
 
Die de menschen anders wenschen.
 
J.H. Speenhoff.

 

DE Vrouw ontving in de roode kamer.

Gezellig zaten de vegetarische vrienden rond de tafel en dronken uit kleine, porceleinen kopjes anijsmelk en kriekensteeltjesthee.

Ze waren met hun zessen. Een bleeke, blonde jongen met een neusnijper; een stadhuisklerk die verpoozing zocht in wetenschappelijke boeken; een magere, langharige kunstenaar, schilder van zeer symbolistische doeken; een student in de medicijnen, met zwarten baard; een stevige man met goudrossen baard, een nieuweling in het gezelschap; het blonde kroezelkopje, het onderwijzeresje en de Vrouw met de bruine oogen.

De Vrouw keek meestal met verholen lust naar den goudrossen Baard, het Kroezelkopje met onderdrukten tegenzin naar de spinneweb die onder den gasluchter gesponnen hing.

- Kameraden, zei de Vrouw, onze nieuwe vriend was vegetariër uit natuur...

- Vegetus beteekent krachtig, opgewekt, gezond, verklaarde de Stadhuisklerk, en dat is hij!

- Mijn vriend, betoogde de Vrouw, mag ik u herinneren dat de vegetarische voeding is: de zedelijkste, want zij brengt niet mede het slachten van dieren; de natuurlijkste, want ons gebit, darmkanaal en handen wijzen er op dat wij vruchteneters en geen vleeschetende roofdieren zijn; de gezondste, want zuivere vruchten zijn te verkiezen boven dierenlijken, die het bloed verhitten en de zenuwen prikkelen; de goedkoopste, want de voedingswaarde is grooter en de prijzen goedkooper.

- En er zijn zeer lekkere recepten in het ‘Groot Vegetarisch Keukenboek’, smakte argeloos het Kroezelkopje, meer dan duizend.

[pagina 53]
[p. 53]

- Het vegetarische werkt veredelend op ons gemoed, beweerde de zwijgzame Schilder, ik werd vernuftiger en diepzinniger, ik verloor de zucht naar alcohol en andere verkeerde neigingen...

- Dronk mijnheer? informeerde de Baard met akelige belangstelling.

- Neen, 't is zoo maar bij manier van spreken...

- In de toekomst zullen wij nog slechts dieren dooden uit zelfverdediging, sprak de Student, leeuwen, wolven en giftige slangen of wat schadelijk is voor de gezondheid, zooals vliegen, muggen en ongedierte... Gij zult niet dooden, is onze leus!... Vooral: Dood geen dier zonder noodzaak!

- Wij mogen toch niet overdrijven, meende Kroezelkopje, en dierlijke producten hebben wij noodig, leder voor de schoenen, pels tegen de koude... pluimen draag ik niet...

- De ware vegetariër, betoogde de Student, is tegen het dragen van lederen schoenen en tegen het dragen van pelsen...

- Maar! zei de Baard.

- Wij zijn liberale vegetariërs, onderbrak hem de Vrouw, wij zijn ovo-lacto-vegetariërs, wij gebruiken eieren en melk, maar de strengen willen geen kruiden en zelfs geen zout!

- Het eten met smaak is nochtans een noodzakelijkheid, Mijnheer, meende weer de Student, dan alleen worden de spijsverteringssappen afgescheiden en de vertering van het voedsel bevorderd.

- Met lang mijn voedsel, mijn rijstbrij te bestaren prikkel ik mijn eetlust en verwek het proces der afscheiding, zei de Schilder.

- Eet gij nog rijst, vorschte de Baard uit.

- Dat is te zeggen, aarzelde de Schilder gegeneerd, ik gebruik maïsgries en vlokken... er is zoo weinig keus... en het plantaardig vet dat niet te vinden is...

- Ik eet maar veel vruchten en hazelnootjes, bekende Kroezelkopje.

- Dat is uitmuntend voedsel, keurde de Student

[pagina 54]
[p. 54]

goed, de nootjes bevatten veel vetstoffen, en een probaat bewijs dat het goed is: al de apen eten nootjes!

- Dank u, zei Kroezelkopje onthutst.

- Wij moeten niet beschaamd zijn met plantenetende dieren vergeleken te worden, betoogde de Stadhuisklerk, daar vinden wij bewijzen voor onze bewering dat de mensch geen vleeschetend roofdier is... De vleescheters slabberen bij het drinken, en de mensch, evenals alle vruchteneters, zuigen...

- Meer dan ooit moeten wij propaganda voeren tegen het slachten, oordeelde de Vrouw, nu dezen tijd...

- Ja, de menschen houden van bloed, zei de Baard toonloos.

- De menschen voeren oorlog omdat zij geen vegetariërs zijn, beweerde de Student.

- Tolstoï heeft geschreven dat dooden in strijd is met ons gevoel van zedelijkheid, vulde de Schilder aan.

- Daarbij heeft van Eeden ons voorgehouden dat wij ons instinct moeten onderwerpen en dat ‘onze lichamen zich zullen en moeten schikken’ naar wat wij als deugd erkennen, besloot de Stadhuisklerk.

- De beweging heeft nu toch veel veld gewonnen, zei de Baard, de oorlog heeft het Vegetarisme gediend.

- Hoe kunt ge dat meenen, gruwde het Kroezelkopje, men slacht nu menschen en dieren!...

- De menschen eten althans veel minder vleesch, zei onverstoorbaar de Baard, en dat zal nawerken!... Het vleesch werd mij ook te duur en ik leerde mij met groenten behelpen!

- De uitspraak van Dr. Allinson zal u overtuigen dat vleesch en bouillon geen voedende eigenschappen bezitten, betoogde de Student. Vleesch is niets dan gras of een andere plantaardige stof uit de tweede hand... Tarwebrood is viermaal voedzamer... De voortreffelijkheid van bouillon is een dwaalbegrip... bouillon is een armzalig voedsel en staat beneden gerstewater... De domme dokters schrijven het nog voor...

- Te Parijs werden voor vijftig jaar proefnemingen gedaan, zei de Stadhuisklerk, twee honden werden met

[pagina 55]
[p. 55]

bouillon gevoed, twee anderen met afval. De met bouillon gevoede honden stierven een hongerdood...

- De mensch is wat hij eet, knikte de Schilder, het varken is het meest onzindelijke beest en de mensch eet het varkensvleesch... Gebakken spek is zeer ongezond maar het smaakt de menschen omdat zij hun natuurlijken smaak bedorven hebben door tabak, alcoholische dranken, specerijen en mosterd...

- Zeer juist, beaamde de Student, hesp, spek of worst bezwaart de spijsvertering zes of zeven uur.

- Wat geluk dat wij nu maar altijd confituur bij ons brood moeten eten, juichte het Kroezelkopje.

- Confituur en siroop!... Hierdoor wordt het menschdom gered, dweepte de Vrouw.

- Werd het zout nu nog maar tienmaal zwaarder belast... de alcohol is reeds buiten bereik, - wenschte de Stadhuisklerk.

- Waarom het zout, vroeg de Baard.

- Zout gebruiken noch dieren noch wilden... het is een mineraal en de mensch is niet geschikt om delfstoffen op te nemen... Zout prikkelt maar den eetlust, verwekt dorst en dan moeten wij drinken... Bier, thee of koffie zijn schadelijke dranken, helderde de Student op.

- Peter de Groote probeerde zijn zeelieden te gewennen aan zeewater te drinken omdat zij nooit dorst zouden lijden, maar velen stierven, - bewees de Stadhuisklerk.

- Ik ben blij dat ik door u tot het Vegetarisme bekeerd werd, verzekerde de Baard aan de Vrouw.

- Wij Vegetariërs aanvaarden geen complimenten!...

- Uit nood werd ik het, maar u leerde mij de nieuwe voeding waardeeren...

- Nieuw, nieuw, misprees de Student.

- Reeds de Egyptenaren waren vegetariërs, leerde de Schilder.

- De Spartanen in hun bloeitijd werden gevoed met vijgen, maïsbrood, kaas en noten, zei de Stadhuisklerk.

- Dat is nu niet te krijgen, bedacht de Baard.

[pagina 56]
[p. 56]

- De Romeinsche zwaardvechters werden gevoed met gerstekoeken en olie... Socrates, Aristoteles en Plutarchus, de Boeddhisten... De boeren in Europa eten ongeveer geen vleesch, ijverde de Student.

- De sterkste menschen zijn vegetariërs, - blufte de bleeke Stadhuisklerk, zij worden oud, zijn zelden ziek...

- Zij zijn taai en sterk, bevestigde de Vrouw.

- Rousseau was vegetariër, Lord Byron en Shelley, prevelde het dweepend Kroezelkopje.

- In 1892 werd de prijs van een paardenrit van Berlijn naar Weenen door een vegetariër gewonnen, verzekerde de Student, in 1914 won de vegetariër Kurt Nippe het kampioenschap te Chicago in het hardloopen... Welsch, de Engelsche bokser, is een vegetariër... de Schotsche athleet Bankier, bijgenaamd Apollo, heft een olifant met vier menschen tegelijk op met zijn schouders...

- En dan klagen de menschen omdat het vleesch, omdat de dierenlijken zoo duur zijn, - verfoeide de Schilder.

- Max Unger is een der sterkste mannen van de wereld, hij laat een auto met zes personen er in over een plank rijden, terwijl hij er onder ligt... hij leeft van ooft en noten... De Indiër Rama Murie Naïda laat een olifant op een plank op zijn borst schommelen en zich overrijden door een kar met steenen geladen...

- En Miss Kellerman, een der schoonste vrouwen van Amerika en beroemde zwemster, - prevelde weer Kroezelkopje.

- De mensch heeft geen behoefte aan vleesch, zei de Vrouw.

- 't Is alles een kwestie van eiwit en stikstof, besloot de Student, en alles wat wij noodig hebben levert ons het plantenrijk. Boeddha kende maar drie ziekten: begeerte, honger en ouderdom, maar verklaarde dat sedert de dieren gedood en opgegeten werden er achten-negentig nieuwe ziekten ontstonden.

- Dat zal wel zoo zijn, meende de Baard in gedachten verzonken.

[pagina 57]
[p. 57]

- Cléo de Mérode en Isadora Duncan zijn vegetariërs, herinnerde Kroezelkopje.

Het gezelschap zat uitgepraat en stil. - De Vrouw schonk opnieuw anijsmelk en kriekensteeltjesthee. Kroezelkopje loerde weer geërgerd naar het spinneweb. De Vrouw keek met diepe oogen naar den man met den Baard.

- Ik ben vegetariër uit gevoel, verklaarde de Schilder, ik gruw van bloed... Eens zag ik een hond door een tram overrijden... Afschuwelijk...

- Zoo ben ik ook, viel Kroezelkopje in.

- Ik ben vegetariër op wetenschappelijke gronden, besefte de Student, ik ben niet zoo gevoelig, maar mijn verstand leidt mij... de menschheid zal er baat bij vinden, plantenvoedsel zal het ras veredelen en een nieuwe maatschappij mogelijk maken...

- Gevoel is goed, stemde de Stadhuisklerk in, maar wetenschap is beter... wij moeten bewuste vegetariërs kweeken...

- Ik vind het eerlijk zoo'n nieuwe beweging, juichte de Vrouw.

- Ik geloof ook dat het Vegetarisme toekomst heeft, bekende de Baard, maar de propaganda moet krachtiger worden aangevat.

- Juist, zei de Student.

- In alle steden moeten brochuren worden verspreid, voordrachten gehouden en aanhangers gegroepeerd. Het is geen kleinigheid... Maar ik wil er mij voorspannen... Ik ben een nuchter man.

- Het verstand moet ons leiden!

- De beste propaganda voor onze gedachten zouden vegetarische keukens zijn.,. Wij moeten keukens hebben voor onze aanhangers en voor de nieuwsgierige leeken... Een naamlooze vennootschap moeten wij stichten, een groote zaak met kapitaal... Daar is geld te verdienen... Zoo zal het Vegetarisme gediend worden...

- Ik houd het bij persoonlijke propaganda, bedacht de Stadhuisklerk.

- Ik verlang geen hotel, ik kook zelf, naar het

[pagina 58]
[p. 58]

boekje van Dr. Nijssens of naar het Groot Keukenboek, weerde Kroezelkopje af.

- De keukens, dat is de toekomst, vertrouwde de Schilder, ik zal de eetzalen decoreeren met symbolistische, neen, met cubistische onderwerpen.

- Eindelijk zullen wij de propaganda dan op groote schaal kunnen aanvatten, meende de Student.

- Een hotelzaak kan gemakkelijk vijftien percent afwerpen... morgen houd ik mij met de statuten bezig,

Het sloeg tien uur en het gezelschap dronk de kommetjes leeg.

- Uitmuntende thee, prees de Schilder en hij stak zijn surrogaat sigaartje in den mond, een stokje gevuld met teer.

- Tot de volgende week, nam Kroezelkopje afscheid en rilde in haar koude kleeren.

- Gaat u mee, vroeg de Stadhuisklerk aan den Baard.

- Julius blijft nog even, want wij hebben nog iets te bespreken, zei de Vrouw.

- Morgen kom ik u spreken over de Maatschappij, ik ga ernstig over de inrichting nadenken, want mijn steun is u toegezegd, zei de Student.

Zoohaast zij alleen waren liep de Vrouw op den Baard toe, die bevreemd het Beethovenmasker stond te bekijken. Zij sloeg haar armen om zijn hals, haalde zich op en zoende hem op den mond.

- Ge zijt mijn lieve vent, fluisterde zij, en spiegelde haar bruine oogen in zijn kalme, grijze kijkers.

- Het kan een schoon affaire worden na den oorlog, verbeeldde zich de Baard luidop.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken