Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De idealisten (1919)

Informatie terzijde

Titelpagina van De idealisten
Afbeelding van De idealistenToon afbeelding van titelpagina van De idealisten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (2.31 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De idealisten

(1919)–Lode Baekelmans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 72]
[p. 72]

Het rad van avontuur.

Ons leven is niet altijd dezelfde oude last, onze weg is niet altijd dezelfde lange reis.
     Rab. Tagore.

Als leerjongen reeds had Suske Janssens aardig kunnen fluiten!... De liefde tot de muziek zat hem in het bloed.

Een jaar na zijn huwelijk met Mieke Dingemans, zij woonden in de Diepestraat, werd hen een zoon geboren die Jan gedoopt werd.

De kleermakersgezel, die heelder dagen op zijn tafel zat, enkel 's Zondags een pintje ging drinken en 's Maandags naar den winkel ging met werk, leerde toevallig de voorzitter kennen der ‘Socialistische Trompetters’.

Zijn onmiskenbare aanleg en zijn lust om 's avonds eens een luchtje te kunnen scheppen noopten hem zich als hoornblazer te bekwamen en zich als lid te laten voordragen.

- Ik ben daarom nog geen socialist, verontschuldigde hij zich toen hij naar de eerste repetitie ging, neen, Mieke, een socialist ben ik niet al ga ik nu bij de trompetters.

- God beware ons, zei zijn vrouw, die het trompetten met geen goed oog aanzag.

Wanneer hij tamelijk laat thuis kwam meende hij, terwijl hij onder de dekens kroop:

- Die socialisten zijn eigenlijk goeie jongens, Mieke!

- Maar plakkers, gromde zijn vrouw en keerde hem den rug toe.

Suske zweeg maar, liet de bui overdrijven en oefende zich in al zijn verloren oogenblikken in het hoornblazen. Hij ging dan naar de slaapkamer, sloot de deur en blies!... Zoohaast het wat vlot ging trompette hij in het open raam tot vreugd der kinderen uit de buurt. Zijn schoonste oogenblik beleefde hij als hij voor de eerste maal in een stoet mocht meegaan achter het

[pagina 73]
[p. 73]

roode vaandel. De wind sloeg in de vlag en de muziek schetterde en jubelde. Mieke, die den stoet had zien voorbijtrekken, was er door aangedaan.

's Anderdaags kocht hij voor de eerste maal een socialistisch dagblad en, na zijn katholiek krantje te hebben opgezegd, abonneerde hij zich op het orgaan van de partij.

Een week later liet hij zich als lid inschrijven, en veertien dagen nadien werd hij ingelijfd bij de vrijdenkersclub en de vakvereeniging.

- Nu zijn we socialist, verklaarde hij met voldoening.

- Gij, maar ik nog niet, zei Mieke snibbig.

- Dat zal wel komen, vergoelijkte Suske.

Aan het feest waar men de Commune herdenken zou, verleenden de trompetters hun welwillende medewerking. Mieke zat in de zaal en vond het er erg gezellig. Op den zijmuur las zij: Werklieden, aller landen, vereenigt u!...

Tegen den achtergrond was de geblinddoekte gerechtigheid geschilderd en een smid. - Een dikke, blonde Mijnheer kwam op de tribune, brabbelde een paar woorden in koeterwaalsch, sprak daarna een fransche redevoering uit met geweldige bewegingen van zijn armen vergezeld. Het publiek juichte hem toe en weer speelde de muziek. Maar van heel het feest trof haar maar een lied: ‘De Wees van de Communard’.

's Anderdaags moest Suske haar de woorden bezorgen, en spoedig zongen man en vrouw terwijl hij naaide en zij haar huiswerk deed:

 
't Was in December, 't sneeuwde hevig,
 
Toen gansch Parijs was strijdgezind;
 
Een Communard die drukte stevig,
 
Aan zijne borst zijn eenig kind.
 
De moeder weenend zonk ter neder,
 
Maar 't uur was daar, fel sloeg de trom;
 
De man ging heen en 't kind vroeg teeder;
 
Zeg, vader, komt ge wederom?
[pagina 74]
[p. 74]

Mieke weende wanneer zij het refrein herhaalde, waarin de moeder aan haar kind bekent:

 
Uw vader, arme kleine,
 
Getrouw aan zijne vaan,
 
Die viel voor 't eedle, reine,
 
Voor 't vrije volksbestaan.

- Suske, snikte Mieke, ik ben nu ook socialist.

- Dat doet mij veel pleizier, zei Suske blijgezind.

Samen kochten zij een beeldje van Marianne met de phrygische muts en de roode vlag. Sint Jozef, die zoolang op den schoorsteenmantel had getroond, moest de plaats ruimen, zij gaven hem cadeau aan de dochter van den timmerman uit het achterhuis, die op trouwen stond. Het wijwatervat met het Christusbeeld uit de slaapkamer werd eveneens aan kant gezet en vervangen door een portret van den dikken Mijnheer.

Mieke werd bij de Socialistische Vrouwenclub ingelijfd.

Rond dat tijdstip verkeerde zij opnieuw in gezegenden toestand. Eens zongen zij: ‘Is er een God?’ en zij waren begeesterd door de woorden:

Als God er is waarom laat hij de menschen

Den eenen goed, den anderen boos en slecht?

Waarom laat hij zich dagelijks verwenschen

Waarom doet hij op aarde dan geen recht?

- Mieke, ons kind wordt niet gedoopt, besliste Suske.

- Waarom niet!

- Allemaal onzin... en wat zouden de gezellen wel zeggen!

- De meesten doen het toch!

- Men heeft princiepen of men heeft er geen!

- Dat is waar, bekende zij peinzend.

- En wij zullen zoo eens een anderen naam geven aan het kind... geen naam van den almanak!

- Hoe zullen wij het dan heeten?

- Dat weet ik niet, dat zullen wij eens den secretaris van den Vrijdenkersbond vragen, dat is 'n schoolmeester en die kent zoo'n schoon namen.

[pagina 75]
[p. 75]

- Maar ik zou toch doopsuiker willen, al was het maar voor de baker...

De secretaris Peters werd aangesproken.

- Wij zullen een burgerlijk doopfeest houden, verklaarde Peeters gewichtig, dat hebben wij bij de geboorte van mijn zoon, Praxiteles, ook gedaan.

Het was een meisje. Peeters kwam den Zondagnamiddag met een paar vrienden, trompetters en hun vrouwen, leden der Vrouwenclub... De baker schonk de chocolade in de bebloemde kopjes en sneed het krentenbrood. De boorling lag in de wieg naast het bed der moeder die, met vroolijke oogen, de doening volgde. Zij droeg een kanten muts met een hemelsblauw lint doorstoken en speelde achteloos met den zilveren klater, een geschenk der genoodigden. - Op het nachttafeltje stond een schotel met suikerboonen en kapittelstokjes. Na de chocolade werden er borreltjes geschonken, Elixir d'Anvers voor de vrouwen en Franschen voor de mannen.

Maar voor er geklonken werd hield Peeters de dooprede, en zei ongeveer:

- Burgers! Vergaderd zijn wij, om een feit van groote beteekenis te herdenken. Stilaan toch maakt de mensch zich vrij van de kluisters der kerk, van den invloed der domperij en van het roomsch bedrog! Een koppel moedige vrijdenkers luisteren slechts naar de stem der Rede en onttrekken een kind aan de dienaars der duisternis! Burger en burgeres Janssens, in naam van de vrijdenkers wensch ik u geluk! De toekomst is aan ons...

- En gij, pasgeboren burgeresje, door uw ouders voorbestemd om slechts de wetten der Natuur te erkennen en het menschdom te helpen ontslaven, vergeet nooit dezen gedenkwaardigen dag waarop ik, in naam van de strijders voor het licht, u doop Ubertas, Marianne!

- Ubertas was bij de Romeinen het zinnebeeld der aardsche vruchtbaarheid, de schoone vrouw, die den hoorn des overvloeds uitstortte.

[pagina 76]
[p. 76]

- Marianne is de verpersoonlijking der sociale republiek in de toekomst.

- Burgers, ik hef het glas omhoog en drink op den vooruitgang onzer gedachten,

Ubertas-Marianne begon in haar wieg te krijten, kreeg van de baker een droge bussel en van de moeder een borst.

Dan zongen zij in koor:

 
Wat zijt gij wreed, gij rijken in uw weelde,
 
Die met uw goud uw arme broers verdrukt,
 
In de overvloed, vergeet gij den misdeelde,
 
Die als een slaaf zich aan uw voeten bukt.

Na deze gebeurtenis werd Mieke door de Vrouwenclub tot vaandrig gekozen.

Suske blies bij de trompetters, Mieke droeg het roode vaandel in de stoeten, Jan en Ubertas-Marianne groeiden als bloemen op een veld.

Het gelukkig huishouden, waar men van 's morgens tot 's avonds laat zong, zoodat de distelvink er stil door geworden was, ging vooruit in welvaren.

Zij leefden zuinig en spaarden wat te sparen viel. Toen Mieke de eerste honderd frank bijeen had, liet zij de vijffrankstukken rinkelen en vroeg bedachtzaam:

- Wat gaan wij er mee doen, Suske?

- Van geldzaken heb ik geen verstand, weerde hij af en krabde zich achter zijn linkeroor.

- Ja maar, zullen we het op een spaarboekje zetten of een lot van Antwerpen koopen?

- Ik weet het positief niet...

Mieke speelde met het zilvergeld, staarde droomend naar het Marianne-beeldje, streek de krulhaarkens achter de ooren.

- Wij koopen een lot, beslistte zij, dan hebben wij nog eens kans in de trekkingen...

- Zooals gij wilt, gaf Suske toe, zeer tevreden dat de moeilijkheid was opgelost.

[pagina 77]
[p. 77]

In den loop der jaren hadden zij zoo zeven stadsloten gekocht... Mieke knipte regelmatig de coupons, maar keek nooit naar de nummers die in de trekkingen uitkwamen.

En het leven was er niks minder aardig om... De interest diende om kleinigheden voor de kinderen te koopen.

Maar de goede geest, in dit geval een wisselagent, waakte voor hen. Zij waren vijftien jaar getrouwd. Jan zou weldra zijn vader gaan helpen op de kleermakerstafel, toen zij vernamen dat een hunner loten de hoofdpremie gewonnen had. Verbouwereerd kwam Mieke thuis.

- Suske, gilde zij, weenend bij het binnentreden.

- Wat is er gebeurd, vroeg Suske bleek van angst.

- Wij, wij hebben het groot lot uit, honderdduizend frank!

- Honderdduizend frank?... En moet ge daar nu voor schreeuwen?

- 'k Heb zoo verschoten toen de wisselagent het zegde... het zakte puur tot in mijn beenen... Wat gaan wij nu aanvangen?

- Maar, dan zijn wij rijk, besefte Suske.

- Ja, erkende Mieke en begon opnieuw te huilen.

- Dan doe ik geen steek meer, verklaarde Suske, dan gaan wij rentenieren.

Jan en Ubertas-Marianne kwamen uit de school.

- Jan, zei Suske, ga eens voor een frank sigaren koopen, zeg dat het voor mij is... van die goei... en daar, breng een flesch Franschen mee... we moeten toch een borrel drinken op ons geluk...

- Wat geluk, vroeg Jan.

- We hebben het groot lot uit, snikte Mieke droef.

- Is dat om te weenen, misprees de jonge Ubertas-Marianne.

- Neen, kind, maar 't heeft me zoo gepakt... Ubertas, ga eens pateekens halen... dat kan er op af...

- Maar zwijgen, kinderen, vermaande Suske, de geburen moeten het nog niet weten...

[pagina 78]
[p. 78]

De kinderen beloofden het, maar eer het avond was wist heel de wijk het groot nieuws. Zij kregen ruikers van de winkeliers en de beenhouwers, gelukwenschen van bekenden en onbekenden. Het was een zeer bewogen dag.

Te bed lagen zij wakker onder de spanning hunner zenuwen. In de kamer viel een vage schijn van het lantaarnlicht van den overkant.

- Ik vind, opperde Suske, dat de Trompetters wel eens hadden kunnen komen... En Peeters hebben wij ook niet gezien? De vreemden waren nog hartelijker dan de vrienden... Ik zal dat in mijn mouw steken!...

- Och, Suske, zoo zijn de menschen, troostte Mieke; van de Vrouwenclub heb ik ook niemand gezien... de vrienden gunnen den dag van vandaag elkaar nog het licht van hun oogen niet... De socialisten zijn al niet beter dan de rest!

- En die willen de maatschappij verbeteren!’

- Suske, ik geloof dat wij nu naar een huis moeten uitzien... wij kunnen hier toch niet blijven wonen, nu we cens hebben... de kinderen worden groot en moeten opvoeding krijgen...

- Ja, en wij mogen er ook het onze van nemen, wij hebben lang genoeg gewerkt... Een huis met een hofken, zoo ieverans in Berchem...

- Ja, daar is het rustig om leven en 't is daar zoo deftig...

- Morgen gaan wij er op uit!

Zij zochten een huis, liepen overal rond om hun geld te plaatsen en de woning te stoffeeren. 's Avonds was Suske zoo moe dat hij er niet aan dacht naar de repetitie der blazers te gaan.

- Ze zullen het zonder mij wel stellen, zei Suske.

- En als zij niet komen hooren waarom gij afwezig waart, dan is het een teeken dat ze met u niks inzitten, en dan geeft ge simpel uw ontslag!...

- Maar!...

- Het past toch niet voor een rentenier van met de trompetters in een stoet te loopen!...

[pagina 79]
[p. 79]

- Ge kunt gelijk hebben, bekende Suske deemoedig.

De trompetters lieten van zich niet hooren en Suske diende zijn ontslag in; Mieke volgde zijn voorbeeld in de Vrouwenclub.

De verhuiswagen kwam om de oude meubelen op te laden die naar het nieuwe huis moesten overgebracht worden.

Suske stond aan de deur te zien, en rookte uit zijn nieuwe, meerschuimen pijp. De gazetleurder kwam met het socialistisch orgaan.

- Ge moet de gazet niet meer brengen, baas, wij verhuizen, verwittigde Suske.

Het was nu uit met blazen. Ubertas-Marianne zou pianoles krijgen en Jan moest viool leeren... Hij zou dan luisteren, enkel luisteren naar de muziek. Hij voelde een vleugje triestigheid over hem komen en wandelde weg.

Boven hield Mieke het broze, roode Mariannebeeldje in de handen. Zij stond in tweestrijd. - Plots ontglipte het haar en het plaasteren ding viel aan stukken. Zij keek nog eens door de leege kamers, zag het portret van den dikken leider aan den muur... Dat neem ik niet mee, peinsde zij, nu beginnen wij een nieuw leven.

Het laatste afscheid gold de kruidenierster.

- En trekt ge nu zoo ver uit de buurt, Madame?...

- Ja, we gaan in onze eigen steen wonen!

- En is het waar, Madame, dat ge niet meer bij de socialisten zijt? fluisterde de vrouw.

- Ja, Madame, er is zooveel gemeen volk bij... en dat is onze aard niet... wij gaan nu stillekens rentenieren!... Dat is veel beter!...

- Van eigens, Madame!...


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken