Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De idealisten (1919)

Informatie terzijde

Titelpagina van De idealisten
Afbeelding van De idealistenToon afbeelding van titelpagina van De idealisten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.94 MB)

Scans (2.31 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De idealisten

(1919)–Lode Baekelmans–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 173]
[p. 173]

Vrouwenhart.

 
Et font les doux appointemens.
 
De leurs amoureuses querelles.
 
Tristan L'Hermite.

 

STAFKE, de pet diep op het voorhoofd, een roodzijden halsdoek geknoopt boven zijn sporthemd, zat alleen in het kaberdoesken der Offerandestraat. Hij was bitter gestemd. Norsch keek hij naar zijn gele sportschoenen, naar zijn glans, naar de voorbijgangers in de straat. In den spiegel boven den toog zag hij hoe zenuwachtig hij aan zijn zwart snorretje trok, hoe donker zijn oogen stonden, hoe scherp zijn jukbeenderen waren en hoe gebogen zijn neus was. Toen merkte hij dat er een knoop aan zijn grijs jasje ontbrak.

Stafke vloekte van ergernis, dronk zijn pint leeg en klopte op tafel. De waardin kwam uit de achterkamer.

- Is me dat verschieten, gromde zij, waarom klopt ge zoo hard?

- Geef me een borrel, Anna.

- Een borrel?...

- Ja!

- Maar...

- Wees niet ongerust... betalen zal ik.

Aarzelend schonk zij, bracht hem het glaasje.

In een teug donk hij het leeg.

- 't Is toch lekker, proefde hij.

- Maar te duur, Stafke, 't is toch zijn prijs niet waard.

Anna zette zich tegenover hem, keek ook eens naar buiten, zuchtte en vroeg zonder overgang:

- Ruzie met Marie?

- Ja en neen, ontweek Stafke, 't is overal oorlog...

- Jaloersch?

- Bah!...

- 't Is anders menschelijk... Marie is anders een goed meisken...

- Ze is weer terug in die bar aan de statie!

[pagina 174]
[p. 174]

- Wat ge nu zegt! Wel, wel... Al lang?

- Veertien dagen...

- Ja, 'n mensch moet toch zijn kost verdienen. Marie is niet te lui...

- Maar met mijn goesting is het niet!

- Men moet zooveel water in zijn wijn doen, Stafke, en hoe kwam dat?

- Wel, Madame is haar komen vragen.

- Er was een meisken te kort?

- Weet ik het... Marie kloeg altijd dat zij met ons dopgeld en met uit werken te gaan niet rond kon komen...

- En ze moet nog opbrengen voor de kinderen, niet waar.

- Ja, die zijn bij haar moeder...

- En van haar vent heeft ze niets meer gehoord?

- Die moet in Brussel zitten... maar, nu ze opnieuw in een bar zit, laat ik haar ook...

- Dat is toch geen reden, meende Anna, Marie heeft algenoeg afgezien en ze werkt toch niet voor haar plezier.

- 't Is eender... ik kan dat niet uitstaan, zei Stafke koppig, en hij stak een sigaret op.

- Ik weet wat het is in een bar dienen... Altijd maar een lachend gezicht zetten en nooit vaak mogen hebben, drinken met de kalanten en met al hun gezeever omkunnen...

- Och, ze moet het toch aardig vinden, anders deed zij het niet...

- 'n Vent heeft geen hart, verweet Anna, - zij doet het voor u...

- Voor mij moet zij het niet meer doen... ik... ik trek naar Duitschland... 'k laat haar...

- 'k Zou dat niet doen, Stafke, ge zult haar zoo'n verdriet doen!

- Toch doe ik het, dreigde hij.

- En ge zult er zelf spijt over hebben...

- Dat moet ge niet gelooven... Daar, houd er mijn verteer af...

[pagina 175]
[p. 175]

Anna wisselde het tweemarkbiljet, zei nog eens waarschuwend:

- Niet doen, Stafke...

- Morgen laat ik mij inschrijven, treiterde hij, ik ga naar Duitschland werken... Saluut... Ik trap het af!...

De waardin antwoordde niet, zag hem wegdrentelen in de straat en dacht daarbij, dat zij Marie moest verwittigen. Zij krabbelde een briefken aan hare vriendin en liet haar weten dat Stafke uit jaloerschheid naar Duitschland zou gaan werken. Een straatkapoen bracht het schrijven aan het diensterken.

Marieken, las het nieuws, borg het papier tusschen haar wit mousselinen bloesje, dronk schielijk haar glas leeg. Zij keek even in den spiegel naar haar blonde haren in lossen kuif, streek er langs, en zag haar diepblauwe oogen vonken in het geblanket gelaat. Haar tanden kwamen bloot, haar wipneusje rimpelde en de strasjes in haar oorringen en in haar doekspeld schitterden blauwig.

En 't was alsof er iets in haar loskwam, luidruchtiger lachte zij, overmoedig begon zij nu te flirten met de milde dikkerd die zijn oorlogswinst op papier, garen en lint genoegelijk verteerde in de bars.

Een uurken later wipte zij even weg, liep op een drafken naar de kamer van Stafke, pakte zijn beste hebben bijeen en droeg het naar haar moeder in de buurt. Zij kuste haar twee kinderen die pas in hun beddeken lagen, vertelde aan Moeder hoe zij het plan van haar vrijer verijdeld had.

De dikkerd zat nog geduldig te drinken en te rooken toen zij weerkeerde en druk begon te praten en grappig te gichelen. Met haar onrust en haar zorgen had niemand iets te stellen... wanneer zij, laat in den nacht, in haar bed lag, moe van het waken en beroesd door den drank, dan lag zij met open oogen te staren, te rekenen en te gissen en kon moeilijk inslapen. Het was al zoo zwaar... en nu deed Stafke haar nog dat verdriet aan... Haar plezier kon ze wel op! Maar zij

[pagina 176]
[p. 176]

moest voor de kinderen zorgen en voor Stafke... en Moeder helpen... Waarom moest Stafke toch zoo jaloersch zijn.

's Anderendaags kwam Stafke reeds in de vroegte bij Anna. Hij kauwde op een uitgedoofde sigaret en zijn oogen glansden boos.

- Awel, vroeg Anna.

- Die ros, foeterde hij.

- Dat meent ge niet, Stafke...

- Z'heeft mijn kleederen komen pikken...

- Dat zal om uw bestwil zijn...

- Geef ze nog maar gelijk... toe maar...

- Ze ziet u toch gaarne...

- Ik ben er niet meer mee gediend... ze wil mij hier houden, maar ik ga toch naar Duitschland werken, met of zonder kleederen...

- 'k Zou me nog maar eens bedenken.

- Morgen ga ik teekenen!...

- Morgen al, mopperde Anna, en 't was alsof er een zweempje spot in haar woorden lag.

- Ja, wantrouwde hij, dronk zijn glas leeg en ging kaarten in de Diepestraat.

Anna zond aan Marie het laconisch bericht dat het teekenen een dag was uitgesteld. Drie dagen duurde de spanning. Toen was Stafke iets milder in zijn toon.

- Dat ze toch zoo koppig is, griende hij, zij zal mij nog doen teekenen...

- Ge ziet ze nog gaarne, jongen...

- Ik zeg niet neen, als ze maar niet in die bar diende... 't is zoo geen huishouden... en ze laat niks weten...

- Ze zal bang zijn, Stafke, zei Anna loos.

- Dat kan wel... 'k ben anders zoo kwaad niet... 'k heb haar nooit geslagen...

- Er is 'n knoop van uwen frak... gij hebt uwen oppas niet gehad... 't Is tijd dat ge het bijlegt...

- Och, ik ga maar liever teekenen, zei Stafke zonder overtuiging.

Op den noen sloot Anna haar herbergsken en ging

[pagina 177]
[p. 177]

haar vriendin spreken. Achter in de bar, - diep in de schemering, zaten zij te overleggen.

- Ik moet wel dienen, kloeg Marie, wij moeten toch allemaal eten. Moeder, de kinderen, en hij verdient niks.

- 'n Vent wil het leven niet verstaan, Marieke, ze zijn zoo onredelijk... de jaloerschheid is 'n leelijke ziekte...

- We kunnen toch geen armoe gaan lijden!...

- Och, zorg maar eerst dat het weer aan is... voor de rest kunt ge later zien... Tijd geeft raad...

- Ik zie hem zoo gaarne, fluisterde Marie.

- Ja, en hij is ook zot van u... ik zou hem eens een brief schrijven... en wanneer is uwen uitgangsdag?

- Morgen...

- Awel...

Marie stak een sigaret op, haalde schrijfgerij en zat een oogenblik met de pennestok tegen de kin, te dubben. Zij was veel knapper dan Anna, had iets speels meisjesachtig in haar manieren.

- In de Cinema duurt het brievenschrijven niet zoo lang, oordeelde Marie.

- Als ik maar eens aan gang ben, zuchtte Marie, rookte haar sigaret op, en teekende onderwijl een netwerk van grillige inktkrabbels.

- 't Is lastig werk, gaf Anna toe.

- Ja, droomde Marie.

Dan schreef zij in een trek al wat haar op het hart lag, al haar kommer en haar liefde... Toen het briefje klaar was zaten haar vingeren vol inktvlekken.

- Ik zal zorgen dat hij het seffens krijgt.

- Dank u, Anna, kom, ik trakteer met een port...

In de Carnotstraat ontmoette Anna het slenterend Stafke.

- 'k Heb iets voor u... Kom mee...

- 't Zal wat zijn...

- Een brief van Marie...

Hij opperde maar geen bedenking, volgde haar in het kroegje en ging bij het venster zitten lezen.

[pagina 178]
[p. 178]

- Een wijf heeft toch streken, bedacht hij verteederd.

- Ge zijt blij genoeg, plaagde Anna.

- Daar, lees maar, zei hij.

Anna spelde:

‘Antwerpen, 1 Meert 1918.
Stafke,
Kom heden avond om 6 uren belg aan de deur, Madame is er dan nog niet. Ge moet tog niet voor mij verlegen zijn, zij moogen mij tog zien, ja ik weet wel ge zijt bang voor de menschen maar die hebben er ommers niks in te zien. Zij moeten u niks geven, en gij hebt het van hun niet noodig daar zal ik mij best voor doen.
Maar hier blijf ìk niet, zulle. Het was weeral half drij van morgen en om zeven uren moet ik dan opstaan. Als gij niet terugkomt dan blijf ik, anders niet. Ik zal alle dagen gaan werken, dat zal wel beter zijn, Staf.
Luister eens, ge moet mij niet zoo uitmaken, dat geeft mij een krop in de keel. Ik heb uw goed weggehaald uit jaloerschheid en ook met opstook. Denk maar niet dat ik uw andere dingen zal komen wegdoen. Van mij zult ge niks slecht ondervinden, dat zweer ik op het hoofd mijner kinderen. Och arme, neen, ge zult nu maar eens eerst ondervinden wat hart ik voor u heb. Och Staf, we kunnen elkander tog niet vergeeten hé, wij hebben al te veel mee gemaakt niet waar? Och waar is toch dien gelukkigen tijd, het was toch zoo goed alles...
Staf ik heb het aan mijn Moeder gezegd en zij is zoo content, zotteke.
Nu Staf zorg dat gij hier zijt van avond en laat ons morgen eens samen naar de Scala gaan. Het is zoo schoon, Mie Abs en Van den Eynde
[pagina 179]
[p. 179]
speelen weer. Dan ga ik s morgens om 6 uren naar huis dan kan ik binnen. Wij blijven dan heel den nacht samen.
Als ik morgen te laat weg kan dan gaan wij maar op de plaatsen van 50 centiemen zitten, ik zal alles wel betalen, Stafke.
Was het nu al maar zes uren. Ge moet niet kwaad meer op me zijn. Och vergeet en vergeef nu maar alles. Ik weet dat ik niet braaf gehandeld heb, maar ge moet mij niet altijd verwijten, ik deed toch niks dat ik niet mocht doen.
Dat van uw kleeren had ik niet moeten doen, maar ik wou u niet laten weggaan. Ik deed het met geen valsch hart en heb meer geleeden als dat ge denkt.
Dinsdag moet ik naar 't Comiteit, ik zal dan alles halen voor u, want ik weet dat ge geerne spek eet. En hoe is het met de koolen, kunt ge nog stoken. Ik zal dat morgen avond wel zien.
Nu mag ik tog een kusje sturen het schatje. Tot seffens.
Uwe getrouwe,
Marie.’

- 'k Heb het altijd gezegd, zei Anna, en wat gaat ge nu doen, vorschte zij uit.

- Och!...

- Hangt nu maar de flauwe niet uit.

- Men zou geen hart moeten hebben, meende Stafke terwijl hij een sigaret rolde.

- Kom, ik trakteer met een borrel, zei de goedhartige Anna, 't is een steen van mijn eigen hart.

- Al een geluk dat ik nog niet geteekend heb, overwoog Stafke.

- 'k Heb u maar goeden raad gegeven...

- Ja...

- Ge moogt haar nog danken dat zij uw kleeren heeft weggehaald.

- Ja, weifelde hij.

[pagina 180]
[p. 180]

- Dan gaat ge straks naar Marie?

- Ja.

- En morgen met haar naar den Scala?

- Ha, ja... dan kan ik nog zien wat mij te doen staat... Misschien ga ik toch...

- Och, kom...

Zoo won Marie haar Stafke weer en ging met hem naar het spektakel. Stafke liet zijn voornemen maar varen en teekende niet.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken