Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls (1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls
Afbeelding van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der PeulsToon afbeelding van titelpagina van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.42 MB)

Scans (7.30 MB)

ebook (4.33 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

reisverhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls

(1884)–Johan Hendrik van Balen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XVII.
De Duivelsbron. - De blanken durven alles. - Een dorp van Mandingo's. - Een smerige schurk.

Den volgenden morgen was er bij het Mandingo-opperhoofd geen spoor van zijn onmatig drinken van den vorigen avond meer merkbaar, evenmin als van de beleediging hem door den kapitein aangedaan.

Hij was even beleefd als den vorigen dag en deelde den kapitein mede, dat alles gereed was om de reis voort te zetten. De kleine karavaan had hij op een flink ontbijt onthaald en nu was alles in orde. Kapitein Campo aarzelde dan ook niet terstond te ontbijten, terwijl hij last gaf, dat de negers maar vooruit zouden gaan en hem bij de eerste bron of fontein moesten inwachten. Dit bevel gaf hij met het oog op de onder de Mandingo's heerschende gewoonte om gasten uitgeleide te doen tot de eerste rivier, bron of fontein op den weg.

Inderdaad was het opperhoofd na afloop van het ontbijt gereed om mede te gaan en weldra schommelden zij, in hunne

[pagina 90]
[p. 90]

hangmatten gedragen, zachtjes heen en weer in de schaduw van het prachtige geboomte der bosschen of door de velden.

Nadat men ongeveer twee mijlen had afgelegd, verrees voor hen een steile heuvel, ongeveer drie honderd voeten hoog. Toen men op de helling voorttrok, ontdekte men in een klein dal de karavaan der negers, die juist eene beek overtrok. Men volgde nu denzelfden weg en bereikten de schrale beek, die aan weerszijden met struikgewas begroeid was, op het oogenblik dat de negers de glooiing aan de overzijde bestegen.

Op een waarschuwenden kreet van Campo hielden de negers thans halt en de kapitein maakte zich gereed om afscheid van zijn gastheer te nemen, toen deze een gebaar van schrik maakte.

- Wat is het? vroeg de kapitein verwonderd.

- O, neen niet hier, zei de Mandingo, niet hier bij de Duivelsbron.

- Bij de Duivelsbron? vroeg de kapitein, ligt die hier. De Mandingo knikte.

- Hier in de bron huist de Booze, zeide de neger met zichtbare vrees. Het water is er vergiftig, als men het drinkt begint men te braken. De dieren, die in het droge seizoen er komen drinken, sterven bij dozijnen, en als men er spreekt, herhaalt de booze alles met eene verschriklijke stem.

De kapitein, die sedert eenige oogenblikken had gemeend eene lucht van zwavel te ruiken, begreep opeens alles, naamlijk dat deze bron eene zwavelbron was en er in de spelonk eene echo huisde, en slim als altijd, besloot hij onmiddellijk met de bijgeloovigheid der negers zijn voordeel te doen. Hij verklaarde in de Spaansche taal snel aan Fernando, wat er aan de hand was, en verzocht hem bij hem te blijven.

Toen wendde hij zich tot den neger met het verzoek hem naar de spelonk te willen brengen.

[pagina 91]
[p. 91]

- Maar gij wilt er toch niet ingaan? vroeg Ali met afschuw. Denk er aan, dat de Booze kan verschijnen en u dooden. Ik weet wel dat gij blanke mannen moedig zijt, maar pas op dat gij geen ongeluk krijgt.

Kapitein Campo stelde hem gerust en de neger ging hen voor.

De overige negers volgden langzaam. Hunne nieuwsgierigheid behield ditmaal de overhand op de vrees.

De neger bracht hen op de helling aan de overzijde van de beek tot aan eene steile rots, waarlangs het voetpad verbazend smal en glibberig werd. Daar voorbij bespeurde men eene soort van boog in de rots, den ingang van een hol, waarin eene warme zwavelige bron ontwelde, die zich in het ravijn stortte. Dat was de Duivelsbron.

Zonder op de waarschuwingen van den ängstigen Mandingo acht te slaan, gingen de kapitein en Fernando er binnen, terwijl de negers daarbuiten bijeenschoolden met angstige gezichten.

De kapitein bleef een oogenblik staan om de spelonk eens goed op te nemen.

- Wij moeten een grap hebben, zeide hij tot Fernando, dat geeft ons eene goede reputatie en dat is veel waard.

Hij riep luide Fernando's naam en de echo antwoordde terstond.

Toen plaatste de kapitein zich op de juiste plek en riep met eene donderende stem:

- Duivel van Kya, waar zijt gij?

Bij deze verschriklijke woorden, stoven de Mandingo's uit elkaar en bleven eerst iets verder staan.

- Hier! brulde de kapitein toen, en de echo herhaalde driemaal weerkaatst: hier, hier, hier!

De klank van de echo was nog nauwlijks weggestorven of de kapitein schoot gelijktijdig zijne beide pistolen af en hief

[pagina 92]
[p. 92]

een ontzettend gebrul, gehuil en gejammer aan, dat als een koor van duivelenstemmen door de echo werd herhaald. Woeste kreten met gillen en weeklachten vermengd voltooiden het concert en toen werd alles stil.

Fernando stikte bijna van het lachen over het bespotlijke van des kapiteins geweld, en de kapitein moest eerst uitlachen vóór hij zich aan de negers kon vertoonen.

Deze hadden intusschen bleek van schrik de vlucht genomen en waren op grooten afstand eerst blijven staan in de stellige verwachting, dat de duivel zich meester had gemaakt van de blanken.

Maar toen zij hen plotseling te voorschijn zagen komen, snelden zij allen toe en omringden hen als dollen; zij werden met allerlei onzinnige vragen bestormd en men bekeek hen aan alle zijden of zij geen letsel hadden bekomen.

- Ja, zei het opperhoofd, gij blanken durft alles!

- Dat zou ik meenen, zei Campo.

Toen zij bekomen waren van den schrik, ging men terug en zette den tocht weder voort. Bij de eerste stroomende beek hield men halt. Het Mandingo-opperhoofd dompelde een houten beker in het water en vulde dien. Toen dronk hij op de spoedige terugkomst der blanken, smeekte Allah's zegen op hunne reis af, en nadat Campo en Fernando volgens het gebruik de rest van het water hadden opgedronken, drukte hij beiden krachtig de hand en deed vervolgens zijne vingers klappen ten teeken van vriendschap en als afscheidsgroet. Toen bleef de Mandingo op het pad staan tot de kleine karavaan bij eene kromming van den weg aan zijne oogen werd onttrokken en keerde huiswaarts vol ontzag voor den moed der blanken.

Men marcheerde dien dag zeven uren en had toen 21 Engelsche mijlen afgelegd. Het werd avond, maar er was geen dorp in het gezicht en dus sloeg men het bivak in het woud op, dat men sedert een uur had betreden.

[pagina 93]
[p. 93]

De kapitein en Fernando knoopten hunne hangmatten tusschen de boomen vast en legden zich lekker neer, terwijl de negervrouwen de thee zetten en rijst en vleesch kookten.

Den volgenden morgen liep de weg alweder door het woud. Nu en dan trok men door de uitgedroogde bedding van eene rivier, maar overigens was de tocht gedurende drie dagen zeer eentonig. Het bosch scheen geen eind te nemen en was op sommige plaatsen zoo dicht, dat het maken van een doortocht veel tijd kostte.

Onze reizigers waren dan ook niet weinig in hun schik, toen zij op den avond van den derden dag plotseling een Mandingodorp voor zich zagen.

In tegenstelling met de ontvangst te Kya was die hier zeer koel. Over het algemeen zijn de Mandingo's, die niet tot het Mohamedanisme zijn overgegaan, veel minder beschaafd dan de Mohamedaansche Mandingo's, en hebben een afschuw van al wat Mohamedaan en wat Christen is. Ongelukkigerwijze was dit hier het geval. Het opperhoofd, een Mandingo, die trouw gebleven was aan het geloof zijner vaderen, had zich met een kleinen aanhang alhier teruggetrokken en daar een dorp gesticht. Daar het nog niet geheel gereed en de stichting nog nieuw was, was het plaatsje nog niet versterkt; ware dit het geval geweest, dan zouden de blanken er ook waarschijnlijk geen toegang hebben verkregen.

De Mandingo begon in de eerste plaats geschenken te vorderen. Het was een groote, smerig uitziende kerel met een dom, liederlijk gelaat; hoedanigheden, die de blanken niet voor hem innamen.

Toen de kapitein het verzoek om een geschenk, dat in de Mandingo-taal werd gedaan, had verstaan, liet hij hem een tiental kola-noten aanbieden, het gewone vriendschapsgeschenk.

Het opperhoofd scheen daarmede echter niet tevreden; hij

[pagina 94]
[p. 94]

verlangde meer en begon dit langs een omweg met eene redevoering, die als droog zand ineen zat, te vertellen.

De kapitein, die naar rijst en avondeten verlangde, werd ongeduldig en besloot maar toe te geven.

- Geef den smerigen schurk er nog vijf bij, zeide hij in het Spaansch tot Fernando, in de meening dat het opperhoofd niet anders dan het Mandingo verstond.

- Maak er twintig van! riep op dit oogenblik het opperhoofd in het Spaansch.

De kapitein keek verbaasd op en ook Fernando schrikte, maar toen Campo in lachen uitbarstte, kon hij zich ook niet inhouden en lachte dat hij schudde.

Het gekste van de zaak was, dat de Mandingo dus ook de weinig vleiende woorden van den kapitein had verstaan.

Ondanks dit had het geval geen onaangename gevolgen. Het opperhoofd was tevreden met het geschenk, maar ruimde den blanken toch slechts eene kleine keet in.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken