Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls (1884)

Informatie terzijde

Titelpagina van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls
Afbeelding van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der PeulsToon afbeelding van titelpagina van De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.42 MB)

Scans (7.30 MB)

ebook (4.33 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

reisverhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De slavenhaler. Tooneelen van Afrika's westkust en reis naar het land der Peuls

(1884)–Johan Hendrik van Balen–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XIX.
Het reizen in Afrika. - Tamisso. - Fernando knoopt handelsbetrekkingen aan.

Maar Fernando mocht al tot de ervaring gekomen zijn, dat die reis naar Timbo niet altijd zoo aangenaam zou zijn als in het begin, weldra zou hij zien, dat, wat hij tot nu ondervonden en gezien had, slechts kinderspel was bij hetgeen er zou volgen.

Een afstand van 400 mijlen in het binnenland van West-Afrika legt men niet af zonder schokkende tooneelen te beleven, zonder gevaren te doorstaan, zonder ontbering te verduren.

Bijna de geheele weg moest gebaand worden en het karretje reed niet altijd op een zandweg. Die geheele weg was, wat de Amerikanen een ‘trail’ noemen, dat is een ternauwernood gebaand voetpad door de wildernis. Met uitzondering van in de nabijheid der dorpen en putten, vond men nergens een pad of iets wat op een weg geleek. Ondanks men onder het dichte gebladerte der kolossale boomen soms dagen lang in de schaduw voortmarcheerde, was de hitte drukkend, brandend, benauwend. Veel erger werd dit echter als men de savanna's en de moerassige lage streken doortrok. Daar schoot de zon hare brandende stralen naar beneden en goot een waren vuurgloed op de reizigers uit. Soms kwam men aan uitgestrekte weiden of prairieën van sabelgras, dat boven hunne hoofden reikende de

[pagina 101]
[p. 101]

negers met de als zagen getande bladeren kwetste en hen dwong maskers van gevlochten wilgenbast in den vorm van muilkorven voor het gelaat te doen.

In de wouden was het een chaos van groen, van struiken en slingerplanten, waardoor hun de weg werd versperd. Deze vulden de ruimte tusschen de eeuwenoude stammen op, die daar als zuilen van eene kerk omhoogrezen en een dak van ineengestrengelde takken vormden, dat ondoordringbaar was zelfs voor de zon.

Na een vermoeienden marsch van drie dagen had men de steile boorden van de Sanghoe bereikt en na dien stroom te zijn overgetrokken kwam men in den morgen voor de stad Tamisso.

Kapitein Campo had een bode met de tijding van zijne komst vooruit gezonden en was zeker van eene goede ontvangst, en na verloop van eenige uren zag men den bode terugkomen met een kloeken jongen Foelah bij zich, die er netjes in de kleeren uitzag. Het was de zoon van het opperhoofd Mahomedoe, die zich den kapitein nog zeer goed herinnerde en Campo liet weten, blijde te zijn dat hij zijne stad niet voorbijtrok.

Werkelijk bleek die goede gezindheid weldra op schitterende wijze, want nauwlijks was men op weg gegaan of een troep muzikanten (echte negermuziek, d.w.z. met veel bombarie) kwam hun te gemoet.

Omringd door de zwarte toonkunstenaars, die de blanken in hoogdravende opgeschroefde taal hadden verwelkomd, schreed men op de stad toe, waar de geheele bevolking was uitgeloopen om de blanken te zien. Eene lage poort was de eenige ingang aan die zijde en de nieuwsgierigen waren daar zoo opeengepakt, dat het Campo niet mogelijk was verder te gaan.

Een wenk van den zoon van het opperhoofd was echter voldoende om ruimte te verkrijgen, want een aantal negers van

[pagina 102]
[p. 102]

het escorte, eene soort van politie, wierp zich met lange stokken gewapend op de menigte en ranselde er zoo ongenadig op los, dat zij spoedig de noodige ruimte verkregen hadden om tot het paleis van Mahomedoe te komen.

Ook hier was het weder eene lage poort, die, in den hoogen binnenmuur aangebracht, toegang verleende tot een langwerpig vierkant gebouw, dat, geflankeerd door een aantal kleine huisjes van in de zon gebakken klei opgetrokken, de groote binnenplaats bedekte.

De blanken werden met hunne geschenken terstond tot het opperhoofd toegelaten. Het was een groote, stevig gebouwde neger van ongeveer vijftig jaren, die op eene soort van rustbank op een prachtig luipaardvel zat op de wijze der Turken met de beenen onder zich. Eene wijde Turksche broek, blauw met gouden figuren bestikt, en een los daarover geworpen lang wit hemd met allerlei gekleurde figuren er op, vormden zijne gala-tenue. Een witte tulband dekte zijn hoofd en de bloote voeten staken in kleine zeer puntig toeloopende muilen.

Zoodra hij kapitein Campo voor zich zag, stond hij op, schudde hem de hand als een ouden bekende en heette hem welkom, hetgeen hij, toen deze Fernando aan hem voorstelde, ook bij dien herhaalde.

Nu moest het doel van de reis te berde komen en de kapitein verhaalde, dat Fernando eene uitnoodiging van den Foelah-prins had aangenomen om hem in zijn land te bezoeken en dat hij als gemachtigde van de Vivès was medegegaan, tevens ook om handelszaken te doen.

Het opperhoofd luisterde aandachtig en gaf herhaaldlijk blijken dat het medegedeelde hem naar den zin was, en vooral toen Campo vertelde welke fraaiigheden hij aan de kust had om tegen slaven in te ruilen, knikte hij tevreden.

Fernando meende nu dat het oogenblik ook voor hem was

[pagina 103]
[p. 103]

gekomen en verzocht den kapitein het opperhoofd mede te deelen, dat hij spoedig eene factory zou vestigen, waar alle begeerlijke zaken zouden zijn te krijgen in ruil voor inlandsche producten, behalve slaven.

- Wat blief? zei de kapitein verbaasd.

- Ja, zei Fernando, doe mij nu het genoegen slechts dit voor mij in orde te brengen, later vertel ik u de geheele toedracht der zaak.

Hoewel zeer verbaasd voldeed de kapitein nochtans aan Fernando's verzoek en het opperhoofd beloofde allerlei producten naar de nieuwe factorij te zullen zenden, hoewel hij niet kon begrijpen, dat men slaven kon weigeren bij zulk een handel.

Meer verlangde Fernando niet en toen men zijn afscheid had bekomen en in eene der ruimste woningen, die ter hunner beschikking was gesteld, aan het maal zat, bekende hij den kapitein, die brandde van nieuwsgierigheid, welke plannen hij had.

Het duurde een geruimen tijd eer. deze antwoordde. Eindelijk zeide hij:

- Hoor eens Fernando, daar gij mij uw geheele vertrouwen hebt geschonken, zal ik u helpen; maar ik moet u waarschuwen, dat gij met vele moeilijkheden zult hebben te worstelen.

- Dat heb ik begrepen, zeide Fernando, doch het schrikt mij niet af. Ik wil nu eenmaal op eerlijke wijze mij eene toekomst banen en ik heb moed genoeg.

- Het zal moeilijk gaan, zeide de kapitein, maar ik zal mijn best doen u te helpen.

Fernando drukte hem dankbaar de hand.

Het was veel gewonnen, want de kapitein kon hem veel nadeel doen, indien hij wilde. Hij toch was de Mandingotaal machtig en Fernando niet. Hij kon dus zeggen wat hij wilde, zonder bevreesd te zijn, dat Fernando het zou verstaan

[pagina 104]
[p. 104]

en zijn verzoek eenvoudig niet overbrengen. Nu hij hem echter helpen wilde, was het zeker dat de waren geleverd zouden worden.

Fernando sliep dien nacht dan ook in met het heuglijk bewustzijn de eerste schrede te hebben gedaan op den weg, die hem van den slavenhandel zou verlossen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken