Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De warachtighe historie van doctor Johannes Faustus (2004)

Informatie terzijde

Titelpagina van De warachtighe historie van doctor Johannes Faustus
Afbeelding van De warachtighe historie van doctor Johannes FaustusToon afbeelding van titelpagina van De warachtighe historie van doctor Johannes Faustus

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.23 MB)

Scans (8.51 MB)

XML (0.36 MB)

tekstbestand






Editeur

René Blankers



Genre

drama

Subgenre

legende-mythe-sage


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De warachtighe historie van doctor Johannes Faustus

(2004)–Carel Baten–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[Folio 55v]
[fol. 55v]

De weeclachte van Doctor Faustus van de helle ende van hare onuutsprekelicke pyne ende quale.

‘O Ick arme verdoemde, waerom en ben ick gheen beeste die sonder ziele sterven? Soo en hadde ick my niet voorder te bevreesen. Nu sal my de duyvel met ziele ende lijf van hier nemen ende my in eene onuutsprekelicke duysterheyt ende qualeGa naar margenoot1 brengen, want ghelijck de zielen by haerselven schoonheyt ende vreucht hebben, also moet ick, arme bloet, ende alle de verdoemde, eenen ongeloovelicken grouwel, stanck, smaeck, bevinge, vreese, pijne, druk, huylen, crijten ende tantclippen hebben. Daertoe so zijn alle creatueren ende schepselen Gods teghens ons ende moetenGa naar margenoot2 van de heylighen Gods de eeuwighe versmaetheytGa naar margenoot3 draghen. Ick ben noch indachtich van den geest die ick eens naer de verdoemenisse ghevraecht hebbe, dewelcke my seyde datter een groot onderscheyt is tusschen de verdoemde ende verdoemde, midts dat de sonden onghelijck zijn. Voorts so seyt hy noch meer: evenghelijck hoy, hout ende yser van den vyereGa naar margenoot4 verbrant worden, doch het eene lichter als het andere, also worden ooc de verdoemde in den gloet der hellen verbrant. Och ghy eeuwighe verdoemenisse! Dat ghy van den toren Gods so inflammeertGa naar margenoot5, soo vol vyers ende hitte zijt. O, hoe grooten druck ende pijne moet men in der eeuwicheyt aldaer verwachten, met weenen der oogen, met knerselinghe der tanden, met stanck des neusen, met jammeren der stemme ende met een bevinge der handen ende der voeten? Och ick soude so gheerne den hemel moghen ontbeeren, mocht ick slechts de eeuwighe straffe ontgaen. Och wie sal my doch uut het onuutsprekelicke vyer der verdoemde verlossen? Aldaer gheene hulpe wesen en sal, aldaer gheen beweenen der sonde helpen en mach, aldaer noch nacht, noch dach, ruste en is. Wie sal my doch uut alsulcken elende verlossen? Waer is mijn toevlucht? Waer is mijn beschuddingheGa naar margenoot6, mijn hulpe ofte mijn ophoudingheGa naar margenoot7, mijn hulpe, mijnen troost? Waerop sal ick my dan vertroosten? Op de salighe GodsGa naar margenoot8 niet, want ick schame my,

[Folio 56r]
[fol. 56r]

dat ickse soude aenspreken, midts my niet en soude geantwoordt worden; maer ick moet mijn aenghesicht voor haer verberghen. Och wat mach ic doch veel clagen, daer doch gheene hulpe te verwachten en is, nochGa naar margenoot1gheene vertroostinghe des claghens en weet. Amen, want ick hebbet alsoo willen hebben, dus moet ick den spot tot de schade draghen.’

margenoot1
ellende, leed
margenoot2
moeten (wij)
margenoot3
verachting, hoon
margenoot4
vuur
margenoot5
ontstoken, aangewakkerd
margenoot6
bescherming, steun
margenoot7
verlossing
margenoot8
de zaligen van God
margenoot1
en (ik) ook

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken