Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 1 (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 1
Afbeelding van Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.41 MB)

Scans (8.75 MB)

ebook (5.31 MB)

XML (1.24 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 1

(1939)–Frank Baur, Jozef van Mierlo–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
bron

Frank Baur en Jozef van Mierlo, Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 1. Teulings' Uitgevers-maatschappij L.C.G. Malmberg, 's-Hertogenbosch / Standaard Boekhandel, Brussel z.j. [1939]

codering

DBNL-TEI 1
dbnl-nr baur001gesc01_01
logboek

- 2009-10-14 AS colofon toegevoegd

verantwoording

gebruikt exemplaar

eigen exemplaar dbnl

 

algemene opmerkingen

Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden. Deel 1 van Frank Baur en Jozef van Mierlo uit 1939.

 

redactionele ingrepen

p. VII: Baur, → Baur: ‘De literatuur, haar historiographie en methodes door Prof. Dr. Frank Baur’

p. t.o. LXIV: het onderschrift bij deze afbeelding staat in het origineel op een transparante pagina.

p. XCVII-CXV, 22: de eindnoten zijn bij de bijbehorende nootverwijzingen op de betreffende pagina's geplaatst. De genoemde pagina's zijn hierdoor komen te vervallen.

p. CXVI: de errata zijn in de lopende tekst doorgevoerd. De opgave ervan is verplaatst naar dit colofon.

p. 1: Middelnederlansche → Middelnederlandsche: ‘... met een inleiding van Prof. Dr. G.S. Overdiep over Middelnederlandsche taal en stijl’

p. 304: afkoritingen → afkortingen: ‘Andere afkortingen zijn de gebruikelijke, ...’

 

Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV, VI, 2, 108, 258, 278 en 310) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.

 

[pagina I]

GESCHIEDENIS VAN DE LETTERKUNDE DER NEDERLANDEN

 

[pagina III]

GESCHIEDENIS VAN DE LETTERKUNDE DER NEDERLANDEN

ONDER REDACTIE VAN

Prof. Dr. F. Baur, hoofdredacteur, Dr. A. van Duinkerken, Prof. Dr. J. van Mierlo, Prof. Dr. G.S. Overdiep, Prof. Dr. E. Rombauts, Prof. Dr. A. Vermeylen, Prof. Dr. C.G.N. de Vooys, Prof. Dr. J. Wille.

EERSTE DEEL

[vignet]

TEULINGS' UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ L.C.G. MALMBERG, 'S-HERTOGENBOSCH STANDAARD BOEKHANDEL, BRUSSEL

 

[pagina V]

ALGEMEENE INLEIDING

 

DE LITERATUUR, HAAR HISTORIOGRAPHIE EN METHODES

DOOR

PROF. Dr. F. BAUR

 

DE LETTERKUNDE VAN DE MIDDELEEUWEN

 

TOT OMSTREEKS 1300

DOOR

PROF. Dr. J. VAN MIERLO

 

MET EEN INLEIDING VAN

Prof. Dr. G.S. Overdiep

OVER MIDDELNEDERLANDSCHE TAAL EN STIJL

[vignet]

TEULINGS' UITGEVERS-MAATSCHAPPIJ L.C.G. MALMBERG, 'S-HERTOGENBOSCH STANDAARD BOEKHANDEL, BRUSSEL

 

[pagina CXVI]

Erratum.

Blz. IX r. 4 v.o. i.p.v. COOPMANS lees: COOPMAN.

Blz. XIX r. 19 v.b. i.p.v. érpand lees: répand.

Blz. XXXI r. 12 v.o. vóór die is de nota (38) in te voegen.

Blz. XXXVII r. 13 v.o. lees (57).

Blz. XXXVIII r. 17 v.b. lees (58) en r. 21 lees (59).

Blz. XLVI r. 1 v.b. lees (80).

Blz. XLVII: de figuur aldaar is te lezen na nota (83).

Blz. XLIX r. 19 v.o. lees (84a.).

Blz. LI r. 3 v.b. lees (84b.).

Blz. LIX r. 8 v.o. vóór Deze is de nota (117) in te voegen.

Blz. LXIV r. 9 v.o. lees onvermoede.

Blz. LXVI r. 1 v.b. vóór Er is de nota (129) in te voegen.

Blz. LXXII r. 8 v.o. na thematologie is de nota (139) in te voegen.

 

[pagina 305]

INHOUD

 

ALGEMEENE INLEIDING

 

DE LITERATUUR, HAAR HISTORIOGRAPHIE EN METHODES

door Prof. Dr Fr. Baur. Blz. I

DE LETTERKUNDE VAN DE MIDDELEEUWEN TOT OMSTREEKS 1300

door Prof. Dr J. Van Mierlo, S.J.

 

INLEIDING

 

MIDDELNEDERLANDSCHE TAAL EN STIJL, door Prof. Dr G.S. Overdiep, 1-22.

DE VOORBEREIDING

 

OUDGERMAANSCHE LETTEREN. - Oudste versvorm, 23-25. - Oudste dichtsoorten, 25-27. - Kleinere lyriek; Winileodos, 27-29. - Voordracht; dichter, 29. - Proza, 30. - Aanteekeningen, 30.

MEROWINGISCH TIJDVAK. - De tijd, 31.

Loflied. - Heldenlied. - Loflied, 32. - Heldenlied, 32-34. - Ouderdom, dichter, 34.

Overzicht van het bewaarde. - Bronnen; Hildebrandslied, 36. - Aandeel der Germaansche stammen, 37.

Merowingische liederen. - Aandeel der Franken; Nibelungen, 38-40. - Bernlef, 40. - Karel de Groote en het heldenlied, 41. - Gudrun, 42. - Malbergsche glossen, 44. - Aanteekeningen, 44.

KAROLINGISCH TIJDVAK. - De tijd, 46-48.

Op weg naar het epos. - Beowulf, 48-51. - Heliand, 51.

Opkomst van het eindrijm. - Otfrid, 52. - Ludwigslied, 54. - Taal, 54-56.

Sporen van verdere liederen. - In het Angelsaksisch, het Latijn, 56. - Radbodus' getuigenis, 58.

Proza. Oudsaksische documenten. - Wachtendoncksche psalmen, 58. - Oudsaksische taaldocumenten, tooverspreuken, 59. - Aanteekeningen, 60.

OVERGANGSTIJD Xe EN XIe EEUWEN. - De tijd, 62-65.

Latijnsche Literatuur in Duitschland. - Waltharius, 65. - Nibelungias; Ecbasis Captivi, 66. - Ruodlieb, 67. - Kleinere Latijnsche gedichten, met sporen van volkskunst, 67.

Latijnsche literatuur in Frankrijk. - Latijnsche dichters, 69-71. - Vagantes, 71. - Sporen

 

[pagina 306]

van volkskunst, 72. - Opkomst van het epos; Haagsch fragment, 72.

Literatuur in Engeland. - 73.

Latijnsche literatuur in onze gewesten. - Overzicht, 74-77.

Kunst in de volkstaal. - Alpertus Mettensis, 77. - Andere geschriften en getuigenissen, 78. - Aanteekeningen, 80.

Onmiddellijke voorbereiding in de XIIe eeuw. - De tijd: opbloei van het godsdienstig, wetenschappelijk, cultureel leven, 82-85.

Opkomst van de Fransche kunst. - Opkomst, 85. - Het Chanson de geste, ontstaanstheorieën, 87-94.

Sporen van volkskunst in het Dietsch. - Tijd; liederen; legenden; redenaars, 94-100. - Oudste liefdesvers, 100.

Ontwikkelingsgang onzer letterkunde. - Oudste versvorm; traditie; ontwikkeling, 100. - Standen-theorie, 102. - Algemeene ontwikkelingsgang, 104. - Aanteekeningen, 105.

 

DE FEODAAL-RIDDERLIJKE PERIODE

 

EPISCH-VERHALENDE DICHTKUNST

 

VÔÔR-HOOFSCHE EPIEK. - De traditie: Duitsch? Tegenstelling Lotharingen-Vlaanderen, 109-112; Karel ende Elegast, 112-115.

Frankische heldenepiek: Roelantslied; Willem van Oringen; Floovent; Heemskinderen; Roman der Lorreinen; Ogier van Ardennen; Gerart van Viane; Gwidikijn; Fierabras; Aubri de Borgengoen; Aiol; Zwaanridder; Koningin Sibille; Lohier ende Malaert; verloren, 115-125.

Algemeene beschouwingen: bewaarde; ouderdom; verstechniek; oorsprong; oorspronkelijkheid; geest; kunstwaarde; dichters, 125-130.

Germaansche stoffen: Nibelungen; vanden Bere Wisselau; overige Germaansche stof; Van Sinte Brandane, 130-137. - Aanteekeningen, 137-139.

HOOFSCHE EPIEK. - Tijd, opkomst, geest, 140-144.

Klassieke romans: ontstaan; Eneide, Veldeke's prioriteit; Segher Diergodgaf; Roman van Troyen; Alexanders Geesten, 144-153.

Keltische romans: ontstaan; geest; Percival; Historie vanden Graal; Merlin; Arthurs Boec; Boec van Lanselot; Graelqueste; Arthurs dood; Perceval; Wrake van Ragisel; Walewein ende Keye; Ridder metter Mouwen; Moriaen; Torec; ridder met de kar; Walewein; Ferguut; verloren romans, 153-169.

Hoofsche liefderomans: Parthonopeus; Floris en Blancefloer; verloren romans, 169-172.

Algemeene beschouwingen: het bewaarde; de dichters: Penninc en Vostaert; Diederik van Assenede; Hendrik van Veldeke; dateering; geest; kunstwaarde, 172-177. - Aanteekeningen, 177-179.

GODSDIENSTIGE EPIEK. - Oudst bewaarde hagiographie: S. Servaes, 180-182.

Van den Levene ons Heren: Martijn van Torhout, 182-187.

Heiligenlevens: S. Franciscus; Lutgart: Willem van Affligem, 187-195.

Legenden: Van Ons Heren Wrake; Boec vanden Houte; mirakelen: Theophilus; Beatrijs; Jonatas en Rosefiere, 195-203. - Aanteekeningen, 203-204.

 

DIERENVERHAAL

 

DIEREPOS. - Ontstaan; in het Latijn; in het Fransch, 205-209.

Vanden Vos Reinaerde: inhoud; kunstwaarde; geest; eenheid; dichter; ouderdom; publiek, 209-215. - Reinardus Vulpes, 215.

Fabel: Calfstaf en Noydekijn, 215-216.

Physiologus: Bestiaires, 216-217. - Aanteekeningen, 217-218.

 

[pagina 307]

LYRISCHE POEZIE

 

DE WERELDLIJKE MINNELYRIEK. - Ontstaan, 219-223.

Veldeke's liederen, 223-225.

Verdere Minnelyriek: Jan van Brabant; Lundsche liederen; Clein notabel verskine, 225-227. - Aanteekeningen, 227.

MYSTIEKE MINNELYRIEK. - Hadewijch: tijd; persoonlijkheid; werk; techniek; beeldspraak; taalmuziek; geest, 228-237. - Aanteekeningen, 237.

LYRISCH-DIDACTISCHE POËZIE. - Hadewijch's Mengeldichten, 238-239. - Vander zielen ende vanden lichame; Rinclus: Gielys van Molhem en Heinric, 239-241.

Didactiek: Dietsche Catoen; van Seden, 241-242. - Aanteekeningen, 242.

 

HET PROZA

 

MYSTIEK PROZA. - Beatrijs van Nazaerth: van seven manieren van Minnen, 243-246.

Hadewijch's Visioenen en Brieven, 246-250.

Gheraert Appelmans' Glose op het Pater Noster, 250-254.

Leven van Jesus, 254.

Slotbeschouwingen, 255. - Aanteekeningen, 257.

 

DE LATIJNSCHE EN FRANSCHE LITERATUUR

 

De Latijnsche literatuur. - Ascetische; wijsgeerige; aardrijkskundige; geschiedkundige; bellettristische, 259-272.

De Fransche literatuur. - Adenet li Rois; le roi Flore et la belle Jehanne; troubadours, 272-275. - Aanteekeningen, 275-276.

 

DE PATRICISCH-BURGERLIJKE PERIODE

 

ALGEMEENE CULTUURTOESTANDEN. - 279-285.

DE OVERGANG. - Jacob van Maerlant: leven; werk; beteekenis, 286-303.

AFKORTINGEN. - 504.

 

[pagina 309]

DIT EERSTE DEEL VAN DE GESCHIEDENIS VAN DE LETTERKUNDE DER NEDERLANDEN WERD IN HET JAAR 1939 GEDRUKT OP DE PERSEN VAN DE DRUKKERIJ V. VAN DIEREN & Co TE ANTWERPEN VOOR DE N.V. STANDAARD-BOEKHANDEL TE BRUSSEL EN TEULINGS' UITGEVERSMAATSCHAPPIJ N.V. TE 'S HERTOGENBOSCH. ZES EN TWINTIG EXEMPLAREN GEMERKT VAN A TOT Z WERDEN GEDRUKT OP HANDGESCHEPT OUDHOLLANDSCH PAPIER VAN GELDER ZONEN EN GEBONDEN IN VOL MAROKIJN.

 


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden